het einde van het begin en het begin in het einde de tijd van geen tijd
VLIER
Elder(eng) Sureau(fr) Ogham:
Geslacht Sambucus Familie Caprifoliaceae
De gewone vlier is een bladverliezende struik. Het hout en de bladeren geuren naar muskus. Het heeft crèmewitte platte trossen stervormige bloempjes en glanzende paarszwarte trossen bessen, die gaan hangen als ze rijp zijn in de herfst.

DE VLIER Botanisch
De vlier is een inheemse, algemeen voorkomende plant.
Sambucus Nigeria
De vlier is een bladverliezende struik of kleine boom, inheems in Europa, Noord Afrika en West Azië. Kan 10 meter hoog worden. Vruchten en bloesem worden gebruikt. Vrijwel alle delen van de plant zijn als geneesmiddel gebruikt. Bloemen in schermen wit in juni ( scherm tot ong. 20cm). Vruchten rijpend in augustus en september.
De vlier groeit spontaan vaak boven waterlopen. Misschien slaan de duivels en heksen uit oude verhalen wel voor de krachten, die een dergelijke waterloop met zich meebrengt.
Nuttig gebruik
Vruchten bevatten veel tannine en vitamine C. en zijn gewild voor jam en zelfgemaakte wijn met een portachtig karakter. Vroeger werd port gekleurd met vliersap. Ook door merels en spreeuwen worden de bessen graag gegeten.

De naar muskaat geurende trossen stervormige bloemen worden in zoete en hartige gerechten gebruikt, er worden ook alcoholische dranken van gemaakt. Vlierwater wordt gebruikt voor oog-, huid- en aftershavelotions.
De bloemknoppen worden ingelegd als kappertjes.
Van het hout worden fluitjes gemaakt.
De vlier geeft groene, paarse en zwarte verf.
Een afkooksel van het blad werkt als insecticide.