IEP, GLADDE of te wel OLM

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

gladde iep/veld-iep (olm)   Ulmus Procera                                                       

ook Ulmus Carpimifolia

elm(eng) orme(fr)

s.g.

BACH 11 -(moedeloosheid en wanhoop) tijdelijk overstelpt door oververantwoordelijkheid en gevoel van ontoereikendheid.

Ulmus Procera. De iep: hoewel de verwoestingen van de iepziekte aan de meeste volwassen bomen een eind hebben gemaakt, lijken veel jonge bomen goed te gedijen. Iep-bloesems zijn klein en rood-achtig bruin. Ze komen in trossen uit in februari en maart, voordat de bladeren zich ontvouwen. De bloemen als bij de Ulmus Glabra, maar dan iets kleiner, met het zaad dichter bij de top.

De grootste veldiep staat in Nederland in het Westerpark in Amsterdam (hoogte 29m.)

De olm brengt rijkelijk wortelscheuten voort, waarmee hij zich kan vermeerderen.

De olm of iep is bij uitstek een Hollandse boom en hoort helemaal bij het rivier- en polder-landschap. Het is de beeld-bepalendste boom van de Amsterdamse Grachten. Al in de 16e eeuw werd de iep al geteeld en verhandeld. Door de iepziekte nemen de grote volwassen bomen echter sterk in aantal af. De iep wordt ook als hakhoutcultuur benut.

Iepehout is gewoonlijk van hoge kwaliteit. de fraaie gevlekte tekening wordt gewaardeerd. Vaak gebruikt voor (kerk-)meubelen, maar ook voor draaiwerk en doodkisten. Iepewortel levert mooie fineer. Omdat het hout niet rot wordt het ook gebruikt voor delen van boten (de kiel), dokken en dukdalven. Vroeger werd het hout veel voor karrewielen gebruikt. Iepebast was een grondstof voor touwfabricage. de slijmerige substantie in de bast wordt voor medisch gebruik benut. Iepeloof was en is als veevoer een waardevol produkt.

Reacties zijn gesloten.