ELS, ZWARTE

Zwarte Els

Algemene Soorten

Inheemse soorten/algemeen voorkomend

Zwarte Els     Alnus Glutinosa                                    

adler(eng)  aune(fr)

S.G.                          fearn       kleur: karmozijn

® Profetisch en beschermend.

Derde Maand: januari (colin murray).

Bardische waarde: drievuldigheid.

Paterson/Keltische Astrologie: 18 maart – 14 april

Mars & Maurth – Het pentagram of de havik – goden: grieks – ares en keltisch – bran, arthur, airem, teutates

De zwarte Els is inheems in Europa. Groeit op vochtige, moerasachtige grond en langs riviertjes. Hout wordt voor vele doeleinden gebruikt. Hoogte 19 meter of meer. Manlijke en vrouwelijke delen gescheiden op dezelfde boom. De manlijke verschijnen in het vroege voorjaar als lange hangende katjes. de vrouwelijke bloeiwijzen zijn kleine rechtopstaande katjes, die in de lente verschijnen aan de toppen van scheuten. Na rijping vormen zij groenige houtige kegels tot 2 cm. , de ‘elzeproppen’.

ESDOORN, GEWONE

Esdoorn

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

gewone esdoorn     ACER PSEUDOPLATANUS érable(fr)

De gewone Esdoorn is inheems in Midden en Zuid Europa. Het hout is bruikbaar voor o.a. kleine voorwerpen, van violen tot lepels, en ook voor fineer. Hoogte tot rond 30 m. Kan erg hard groeien.

Bloemen( wit/groenwit) in hangende trossen tot 12 cm. lang.

Vruchten met vleugels, 2,5 cm, vaak helderrood in de zomer.

In park Zijpendaal bij Arnhem staat een exemplaar van 35m. hoog en een omvang van 680 cm.

De wetenschappelijke naam van de esdoorn “ACER” betekent -scherp-, omdat de Romeinen het hout gebruikten voor het maken van speren.

De gewone esdoorn komt als sierboom veel voor. Er zijn vele variëteiten, die vooral in bladkleur verschillen. Esdoornhout is als het goed droog is stabiel en buigzaam. het is geschikt voor allerlei draaiwerk, gereedschap, golfclubs, meubelen en vloeren.

Daarnaast wordt het gebruikt voor speciale onderdelen van muziekinstrumenten, zoals het onderblad van een viool en de hoofdbalk van een klavier.

FLADDERIEP

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

steel- of fladder-iep ULMUS orme(fr)

De Steel-iep ULMUS LAEVIS is inheems in Europa. Hoogte tot 20m.

Bloemen (wit)ontluikend in maart, op ongewoon lange stelen, waardoor ze in de wind trillen. Vruchten ( groen, plat) gevormd in mei, ongeveer 1,2 cm. lang met witte haren rond de randen.

Iepehout is van hoge kwaliteit en heeft vaak een fraai gevlekte tekening. Omdat iepehout niet gemakkelijk verrot is het geschikt voor gebruik in en bij water: bootkielen en meerpalen. Iepebast werd verwerkt tot touw. De bast wordt voor medische doeleinden gebruikt. Het loof werd aan het vee gevoerd.

Omdat de fladderiep bijna niet gevoelig is voor de iepenziekte zullen er over een tijdje alleen van deze soort monumentale bomen in Nederland te vinden zijn.

HET IS NIET ALTIJD EEN JASMIJN, WAT WE JASMIJN NOEMEN.

Geurende bloemen aan struiken van elders.

ZOMERJASMIJN of ECHTE JASMIJN

“BRUIDSTRANEN” werden traditioneel ook in een bruidsboeket verwerkt

Jasminum officinale , gewone jasmijn of gewone witte jasmijn of zomerjasmijn is een klimplant met sterk geurende witte bloemen. Vroeger werd de plant hier ook Bruidstranen genoemd. Het hoort bij de olijvenfamilie. De kronkelend groeiende plant komt van oorsprong uit Noord-Iran, Afghanistan, de Kaukasus en Himalaya, Pakistan, India, Nepal en West-China. De Zomerjasmijn bloeit hier in de zomer tot in september met kleine stervormige , sterk geurende witte bloemetjes in trosjes van maximaal 5 stuks. Daarna vormen zich kleine zwarte besjes.  De plant is hier eigenlijk niet echt winterhard. Daarom hoorde het vroeger tot de klassieke kamerplanten.

De bloemetjes zijn eetbaar, maar worden bij sterke verhitting bitter. Dus worden vooral rauw gebruikt in salades, desserts en op taarten. En als geurende garnituur bij hartige gerechten. Als thee worden ze overgoten met water dat net van de kook af is en geeft dat een thee met een honingachtige smaak. Vroeger vaak medisch voorgeschreven bij depressie. Het werkt zeker ontspannend. In China worden gedroogde jasmijnbloemblaadjes aan thee toegevoegd, om die geuriger te maken.

Jasmijn thee van Simon Levelt

De Gewone Jasmijn bevat in de jonge scheuten en knopen Jasmijn olie. Dit is een Etherische olie, die 65% Benzylacetaat, 15% Linalolie,7,5 % Linalacetaat, 6% Benzylolkohol, 3 % Indol en circa 0,5% Antranilzuur-methylester bevat. Het wordt als geurstof voor onder ander parfum gebruikt.

Tekening Echte Jasmijn

WINTERJASMIJN

Bloeiende winterjasmijn

De Naaktbloeiende Jasmijn of Winterjasmijn = Jasminum Nudiflorum is vaak een gevel-bedekkende struik met licht groene takjes die als het niet vriest in de winter overdekt is met kleine gele bloempjes. Deze plant komt van oorsprong uit China. De winterjasmijn moet wel beschut van de wind gepoot te worden. Om hem in model te houden snoeien velen deze plant elk voorjaar na de winterbloei in, waarbij vaak de plant tot maar drie uitlopers wordt teruggesnoeid. Tegen een muur is de plant met een raamwerk goed te leiden. Door bijen wordt de plant eigenlijk nooit bezocht.

BOERENJASMIJN

BOERENJASMIJN bloeiend in trosjes geuerende witte bloemen

De Geurende of Boerenjasmijn = Philadelphus Coronarius hoort niet bij dezelfde familie. Dit is een struik tot 300 cm hoog met sterk geurende witte bloemen in mei/juni. Van de Philadelphus zijn vele hybride geteeld, die men hier in vele tuinen aantreft. In Duitsland heet deze plant Valse Jasmijn, waarvan de bloemen voor een homeopathisch middel wordt gebruikt. De bloemen van de boerenjasmijn zijn giftig voor katten. Maar voor bijen, wilde bijen en hommels is het een ideale drachtplant.

Het geslacht Philadelphus omvat in totaal ruim twintig zomergroene struiken. Ze komen in rotsachtige bergregio’s van Oost-Europa tot in de Himalaya, in Oost-Azië. Maar er groeien ook soorten in Amerika. Ze horen tot de familie van de hortensia’s (hydrangeaceae). De boerenjasmijn groeit oorspronkelijk in de Kaukasus en in Zuidoost-Europa.

BOERENJASMIJN

De boerenjasmijn groeit binnen enkele jaren uit tot een ongeveer 3 meter hoge en net zo brede struik. Hoe ouder de boerenjasmijn wordt, hoe breder deze wordt. De lichtbruine tot grijze-groene takken buigen ver naar de zijkant door. De matgroene bladeren zijn eivormig, tot 10 cm lang en hebben een gezaagde rand. Aan de takken zitten ze in paren tegen over elkaar. De herfstkleur is geel. De plant bloeit in mei met sterk geurende trossen vol witte bloemen. Deze zitten aan het einde van de takken bij elkaar. Kenmerkend zijn 4 witte kroonbladeren, markante stuifmeeldraden en de sterke geur, die op de jasmijn lijkt. Door de dag heen wordt de geur steeds sterker.

KARDINAALSMUTS

Liefelijkheid en vreugde, plotseling begrip.

Kardinaalsmuts        Evonumus Europaeus        

Spindle(eng)   

Kardinaalsmuts is een inheemse, algemene boom. Groeit vooral in bosranden, houtwallen, heggen en dan vooral op kalkrijke gronden als bijvoorbeeld rivier- en zeeduinen. Kan tot 8 meter hoog worden, vaak in struikvorm. Opvallend is het purperrode herfstblad, maar vooral de (giftige)vruchten, die eerst groen later rood-roze in de vorm van een kardinaalsmuts met later uitpuilende fel oranje zaadrokken.

Hout is hard, gebruikt voor vleespennen en spoelen.

Bes is giftig, werkt zeer laxerend.

KASTANJE, TAMME

Tamme Kastanje

Bomen van elders

Tamme Kastanje      Castanea Sativa

Sweet Chestnut(eng)    Châtaignier(fr)

De tamme kastanje kan in een niet te dicht begroeid bosgebied en in parken of tuinen wel 30 meter hoog worden, met een zware stam met een omtrek van 9 tot 12 meter. Naarmate hij hoger wordt, begint de dikke, grijsbruine bast met zijn diepe groeven in prachtige spiralen om de stam te groeien.

De weeïg-geurende, lichtgele, katjesachtige bloemen komen uit na de bladeren, van juni tot augustus. De vruchten rijpen in één seizoen. De tamme kastanje is inheems in zuid Europa, noord Afrika en klein Azië.

KERS, ZOETE

Zoete Kers
INHEEMSE SOORTEN
oorspronkelijke variëteit – vrij zeldzaam

zoete kers of Kriek Prunus avium Cherry(eng) Cerisier(fr)


De Zoete kers ( prunus avium) is verwant aan de kerspruim/Prunus cerasifera. De kerspruim is een kleine doornloze boom, inheems in de Balkan, van max. 6 tot 8 meter. De bloesems zijn zuiver wit, iets groter dan die van de Sleedoorn (prunus spinosa), waarmee de kers soms verward wordt. Voortkomend als heggestruik en in houtwallen. Bloeit van eind februari tot begin april.
De zoete kers of kriek is een bladverliezende boom en inheems in Europa. De vruchten zijn vaak bitter, maar het is een van de voorouders van de meeste gekweekte kersen in Europa. Het hout is roodachtig bruin met een zeer recht vezelverloop. Het wordt gebruikt in de meubelindustrie en voor voorwerpen, die een recht boorgat vereisen, zoals pijpen en muziekinstrumenten. De boom is te vinden in heggen en bosjes. hoogte tot 18 meter. Bloemen wit, ontluikend half april, elke bloem 2,5 cm., in trossen op de scheut van het voorafgaande jaar. Vruchten 2 cm. doorsnede. Zij kunnen donkerrood maar ook licht van kleur zijn, de smaak varieert ook van bitter tot zoet. De bladeren met stelen aan de voorzijde rood en achterzijde geel, verkleuren in de herfst tot geel of rood.
De bast is roodachtig bruin en duidelijk getekend door lenticellen in horizontale lijnen en onderbroken door grote barsten.
In een pastorietuin in Noorddijk staat een zoet kers van 17 meter, met een omvang van 410 cm, welke rond 1885 gepland is.
Tot voor kort werd getwijfeld aan de oorspronkelijkheid van de zoet kers, maar in Oost Nederland en Zuid Limburg hoort hij zeker thuis. Vanwege het uitstekende hout komt de zoet kers in de bosbouw wat meer in de belangstelling.

KERS, GEKWEEKTE FRUITSOORT

KERSPRUIM

oude-prent-kerspruim

Een oude soort, die vroeger bij veel huizen en boerderijen stond is de KERSPRUIM

De kerspruim die oorspronkelijk waarschijnlijk in het Midden-Oosten en de Balkan voorkwam is waarschijnlijk een van de voorouders van alle pruimensoorten. Ook bij ons komt hij aangeplant en verwilderd voor. De boom werd vroeger veel in ons land aangeplant, maar wordt tegenwoordig weer veelvuldige geplant.

bloeiende kerspruim

LINDE

een zachte middagslaap in de zomer

DE LINDE Lime (eng)            Tilleul(fr)

Geslacht  Tilia  Familie  Tiliceae

Bladverliezende bomen met brede onregelmatig spitsgezaagd, spitsgetande bladeren, kleine geurige bloemen in bladschermen (schijntrossen) met een lang bladachtig schutblad op dezelfde steel.

Kleine ronde, gewoonlijk éénzadige vruchten. Bast glad, bij oude bomen vlak gegroefd. Tot ruim 30 meter hoog.



DE LINDE   BOTANISCH
De zomerlinde is een inheemse soort, waarvan de oorspronkelijke variëteit zeldzaam tot zeer zeldzaam is.
Grootbladige Linde      TILIA Plaruphyllos
De Linde is een bladverliezende boom met brede getande bladeren, kleine geurige bloemen en bijschermen, met een lang bladachtig schutblad op dezelfde steel, en kleine ronde éénzadige vruchten.
De grootbladige linde is inheems in Europa, de Kaukasus en Klein Azië. Veel aangeplant in Europa. Hoogte tot 41 meter. Bloemen (gelig) ontluikend tegen eind juni, elke bloem ongeveer 1,2 cm. lang. Vruchten donzig, ook ongeveer 1,2 cm, met 3-5 ruggen. Bladeren donker aan de bovenkant, vooral op de middennerf, de oksels van de nerven en de steel. Achterzijde bladeren licht-groen.
Schors donkergrijs met smalle barsten en ruggen.
 
In Nederland werd veelal de Hollandse Linde aangeplant.
Een bastaard tussen de Tilia Cordata en Tilia Platyphyllos ( Tilia x Europea ).
Hoogte tot 39 meter. Geurige bloemen verschijnen in begin juli. Een goed kenmerk ter onderscheiding zijn de loten gevormd aan de voet van de stam, die dichte bulten kunnen veroorzaken.
De bladeren op deze loten kunnen groot zijn.
Midden in het dorp Nuenen bij Eindhoven staat een zomerlinde met een omvang van 650 cm.
Deze is geplant tussen 1400 en 1600, dus zeker 400 jaar oud.
Op landgoed Beekvliet staat in Borculo (Gld) een grootbladige linde van 35 meter hoog.
 
De kleinbladige linde is een inheemse soort, waarvan de oorspronkelijke variëteit,
zeldzaam tot zeer zeldzaam is geworden.
Winter-linde       TILIA CORDATA
De Winterlinde of Kleinbladige Linde is inheems in Europa, de Kaukasus en Siberië.
Aangeplant in parken, tuinen en langs wegen. hoogte tot 30 m. Bloemen (geel) ongeveer 1,2 cm. doorsnede in begin juli. Gewoonlijk in gespreide bijschermen van 5 tot 10 cm. met een sterke zoete geur. Vruchten ongeveer 0,6 cm doorsnede. Bladeren kleiner dan bij de meeste andere lindesoorten, ongeveer 3,5 tot 7 cm. lang, van boven donkergroen en van onderen bleker, met bosjes roestkleurige dons in de oksels van de nerven aan de voet.
De schors is glad en grijs, bij oudere bomen donker grijs met grote barsten en schilfers.
Op het stuwwalgebied bij Oldenzaal in Twente vindt men nog oorspronkelijke winterlindes.
Grote bomen zijn van de winterlinde schaars:
bij het klooster van Ter Apel en in Twente onder de Lutte (omvang 560 cm).
Het hoogste exemplaar staat in Nederland in Haaren bij Kasteel Nemelaer ( 30 meter hoog).
 
Van een aantal boomsoorten, die ooit in Nederland vrij algemeen waren, treffen wij thans alleen nog maar relicten in houtwallen en boerenbosjes aan. Dit vooral in het oosten van het land.
Linde is daar één van. Hoe algemeen de linde ook is als snoeiboom voor de boerderij, als laanboom of als centrale boom op een dorpsplein, de inheemse linde is zeer zeldzaam geworden.
Er zijn twee soorten inheemse linde: de zomerlinde en de winterlinde.
Voor de bosbouw levert de linde thans weinig op, zodat de boom uit de bossen verdween.
Voor natuurbos is de linde zeer nuttig, omdat er veel diersoorten kunnen wonen.
Daarnaast verteert het blad vrij gemakkelijk, zodat onder linden allerlei soorten kruiden en planten groeien.
In Brabant en Zuid-Limburg vindt men nog een enkele monumentale zomerlinde: dorpsboom, laanboom of op een kenmerkende plaats, voorzien van een kruisbeeld. Op die manier is het oorspronkelijke genetische materiaal bij toeval bewaard gebleven.
Net over de grens bij Boertange staat de dikste (zomer-)linde van Europa op een stuk land dat vroeger bij kasteel van Heede hoorde, een boom met een stamomvang van 17 meter !!
 

Nuttig gebruik
Het zachte hout van de linde heeft thans zeer weinig handelswaarde, zodat de Linde geheel uit ons bos is verdwenen. Eeuwenlang was hij echter een onmisbare en waardevolle boom. Van de vezelrijke bast werden sandalen, matten en scheepstouw vervaardigd. Met de komst van hennep en vlas, die veel gemakkelijker te bewerken zijn, werd de linde hiervoor overbodig.
Takken en bladeren waren als voer van belang voor de overwintering van het vee.
Het blad werd vroeger ook als tabak gerookt.
Linde-hout is zeer geschikt voor houtsnijwerk en beelden.
Het schild van een ridder werd van lindehout gemaakt.
Voor zeer speciaal gebruik in verband met de typische eigenschappen van het hout is het voor onder andere tekenborden en pianotoetsen ook thans nog gewild.
Houtskool van lindehout is geschikt als tekengerei, voor medicinaal gebruik, maar ook voor de  bereiding van buskruit.
Ook wordt de houtskool gebruikt om voedsel te roken.
 
Linde-honing is nog steeds een gewild artikel; het wordt door velen als de lekkerste honing, die er bestaat, beschouwt. Lindebloesemhoning wordt gebruikt in likeur en geneesmiddelen.
Aftreksel van lindebloesem werkt algemeen rustgevend en verzachtend, speciaal voor de gevoelige en/of vette huid. Bij overdosering opwekkend.
Als kruiden-thee heeft het een koortswerend effect.



De linde is bij uitstek geschikt als laanboom.
Kunsthistorici hebben zich weleens laten verleiden tot de theorie dat de spitsbogige gothiek afgeleid zou zijn van de ongesnoeide lindelaan.
De linde laat zich gewillig snoeien en wordt als snoeiboom op velerlei wijze benut.
 



Medisch gebruik
Lindebloesem-thee is een klassiek middel na een te copieus maal. Het werkt tegen nerveuze spanning, slapeloosheid, en kinderen, die over hun toeren zijn. Het veroorzaakt zweten, waardoor het nuttig is bij verkoudheid, griep en hoofdpijn.


MOERBEI

Nu bestaan er zwarte en witte moerbei-bomen, die hier op een zonnige plek kunnen groeien. Alleen de witte moerbei heeft eigenlijk een meer sub-tropisch klimaat nodig dan de zwarte moerbei. De vruchten van de witte moerbei zijn wel eetbaar, maar zeker niet zo lekker als die van de zwarte moerbei. En de witte moerbei is vaak alleen geteeld, omdat die nuttig is daarop of met de takken ervan zijderupsen te telen.

Witte moerbei met zijde-rupsen.

De vruchten van de witte moerbei (Morus alba) zijn ook te eten, maar worden vaak minder lekker gevonden. De bomen kunnen veel groter uitgroeien dan de zwarte moerbei.

DE ZWARTE MOERBEI

Blad van de Zwarte Moerbei

Zwarte Moerbei = Morus Nigra hoort bij de moerbeifamilie. Is een niet hoog ( 4- 5 meter) uitgroeiende eenhuizige boom, waarbij kruisbestuiving niet nodig is. De geel-groene niet opvallende bloemen tooien de boom in mei-juni. De mannelijke bloemen staan in ronde katjes, die na de bloei afvallen. Het is een langzame groeier en pas na 6 tot 8 jaar gaat de boom in augustus -september moerbeien geven. Deze vruchten worden erg lekker gevonden, maar niet alleen door mensen. De bomen kunnen erg oud worden en dan jarenlang grote hoeveelheden vruchten geven.

Zwarte Moerbei in de herfst

In meerdere botanische tuinen en diverse Hortussen staan moerbei-bomen.

AANPLANT

Er zijn ook leibomen van (zwarte) moerbei te koop, ideaal langs een zonnige muur.  Plant moerbeien wel jong, want oudere moerbeibomen slaan moeizaam aan. En zorg dat je ze op vruchtbare, niet pure kleigrond plant. Zon blijft belangrijk en plant ze nooit bij een terras of op een plek waar je was wil drogen of je auto stalt. Want de rijpe zwarte vruchten geven erg moeizame vlekken.

Rijpe zwarte moerbei

DE VRUCHTEN

De moerbei-vruchten worden gebruikt om wijn en cosmetica te kleuren. De vruchten zijn vers erg lekker en ook geschikt om er bijvoorbeeld jam of wijn & likeur mee te maken.

Voor meer informatie en recepten: kijk op natuur-keuken.nl