HET WOORD
“Zo rot als een mispel” is een bekende uitdrukking, wanneer men wil zeggen dat iets totaal bedorven is. Maar eigenlijk zijn mispels als ze overrijp zijn pas erg vol van smaak en kunnen dan uitgelepeld worden om zo te eten of verwerkt worden tot gelei en zo.
Er zijn wel meerdere gedichten waarin een of meerdere mispels een rol spelen.
Het gedicht van Elma Van Haren ( geboren in 1954) spreekt me aan:
Het heden is een mispelachtig soort,
grensgeval tussen fruit en groente.
Iets met een grote pit erin,
wat flauws en vlezigs, dat om zout
en peper vraagt, een beetje mayonaise.
Het lispelt overspeligheid en beter
daar confituur van maken
dan vers te consumeren,
want het vult de mond vervolgens
met zijn zilte vergankelijkheid.
Het heden dat geslepen
een voortdurend
zachtblauw gebutste
afdruk van het zelf gebiedt,
zodat je vanzelf gaat staan wuiven
met de felgekleurde wimpel
van het ‘ik’.