HULST

Geslacht  Ilex   Familie  Aquifoliaccae

Meestal groenblijvende bomen en struiken. Kenmerkend is de diepe was-glans, de kleur en de vorm van de bladeren. Blad is meestal stekelig en gegolfd en getand, eindigend in een doorn. Aan een plant soms sterk wisselend in vorm. Leerachtig, aan de bovenzijde donkergroen, onderzijde lichter groen.  Manlijke en vrouwelijke bloemen, klein, kort gesteeld in schijntrossen, witte sterretjes, zacht geurend, op afzonderlijke bomen. Vruchten giftig, bestaande uit één of meer zaden met een vlezige bedekking, meestal fel scharlakenrood van kleur.

HULST      BOTANISCH

Hulst is een inheemse soort, de oorspronkelijke variëteit komt nog vrij zeldzaam voor.

  • ILEX Aquifolium                                

Hulst is een groenblijvende boom of struik met glanzende donkergroene bladeren met prikkels en rode bessen. Inheems in West Azië en Europa. Hoogte meestal tot 10 meter, soms veel groter tot wel 25 meter. Komt voor in bossen, hagen en in kreupelhout. Bloemen klein en wit, vaak met een beetje paars. Hulst bloeit van mei tot augustus. De bessen zijn helder rood en blijven de hele winter aan de struik. De bessen zijn pas in het najaar rijp.

De hoogste hulst in ons land staat in Zelhem (Gelderland) en is 18 meter hoog. Aan de dorpsstraat in Havelte (Drenthe) staat een hulst geplant tussen 1700 en 1750, met een omvang van 4 meter.

Nuttig gebruik van Hulst

Het hout was vroeger zeer gewild voor schaakstukken, inlegwerk en houtgravures. Omdat het hout hard en fijnvezelig is wordt het nog steeds gebruikt voor o.a.: houtdraaierij, bij inlegwerk en voor gravures.

IEP, RUWE

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

ruwe iep/berg-iep   ULMUS GLABRA orme(FR)

De berg-iep Ulmus Glabra is inheems in Europa. Hoogte tot 40 meter. Bloemen in bundels ( maart ) ong. 1 cm. lang. Vruchten plat en groen, ongeveer 2,5 cm. groot, rijpend tot bleekbruin en afvallend in juli.

In Tiel staat een exemplaar van 27m. hoog en een omvang van 543 cm.

Het hout van deze iep is net zo bruikbaar als van de gewone iep of olm.

IEP, GLADDE of te wel OLM

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

gladde iep/veld-iep (olm)   Ulmus Procera                                                       

ook Ulmus Carpimifolia

elm(eng) orme(fr)

s.g.

BACH 11 -(moedeloosheid en wanhoop) tijdelijk overstelpt door oververantwoordelijkheid en gevoel van ontoereikendheid.

Ulmus Procera. De iep: hoewel de verwoestingen van de iepziekte aan de meeste volwassen bomen een eind hebben gemaakt, lijken veel jonge bomen goed te gedijen. Iep-bloesems zijn klein en rood-achtig bruin. Ze komen in trossen uit in februari en maart, voordat de bladeren zich ontvouwen. De bloemen als bij de Ulmus Glabra, maar dan iets kleiner, met het zaad dichter bij de top.

De grootste veldiep staat in Nederland in het Westerpark in Amsterdam (hoogte 29m.)

De olm brengt rijkelijk wortelscheuten voort, waarmee hij zich kan vermeerderen.

De olm of iep is bij uitstek een Hollandse boom en hoort helemaal bij het rivier- en polder-landschap. Het is de beeld-bepalendste boom van de Amsterdamse Grachten. Al in de 16e eeuw werd de iep al geteeld en verhandeld. Door de iepziekte nemen de grote volwassen bomen echter sterk in aantal af. De iep wordt ook als hakhoutcultuur benut.

Iepehout is gewoonlijk van hoge kwaliteit. de fraaie gevlekte tekening wordt gewaardeerd. Vaak gebruikt voor (kerk-)meubelen, maar ook voor draaiwerk en doodkisten. Iepewortel levert mooie fineer. Omdat het hout niet rot wordt het ook gebruikt voor delen van boten (de kiel), dokken en dukdalven. Vroeger werd het hout veel voor karrewielen gebruikt. Iepebast was een grondstof voor touwfabricage. de slijmerige substantie in de bast wordt voor medisch gebruik benut. Iepeloof was en is als veevoer een waardevol produkt.

JUDASBOOM

Een boom uit het Middellandse zee bekken, de Krim en de randen van Azië. Hier al langere tijd als sierboom aangeplant.

De JUDASBOOM = Cercis Siliquastrum is een breedgroeiende, bladverliezende boom of struik (2 tot 7 meter), die maar langzaam groeit en in het voorjaar (april, mei) voordat het blad verschijnt uitbundig bloeit met trosjes violette of roze vlinderbloemige bloemen.  Omdat de boom een penwortel vormt is het niet raadzaam (en haalbaar) de boom op oudere leeftijd te herplanten.

Heeft een zonnige, warme plantplek nodig met bij voorkeur een licht, maar kalkrijke bodem. Kan zeker als jonge boom niet tegen erg stevige langdurige vorst.  Is geschikt om op een zuidmuur als gevelplant te leiden. Niet planten tussen bestrating, heeft een brede boomcirkel met bodem begroeiing nodig. Kan goed tegen droogte en kan dankzij de lange penwortel diep uit de grond water halen. Het is een vlinderbloemige plant en leeft net als de meeste soorten vlinderbloemigen in mutualistische symbiose met stikstofbindende bacteriën.

EETBAAR

De bloesem bevat Flavonoïden als Myricetin-3-Rhamnoside. Bloesem en peulen eetbaar. Bloemknoppen worden als kappertjes ingelegd.

JENEVERBES een oude inlandse naaldboom

jeneverbessen-in-de-natuur

JENEVERBES ( Juniperus Communis) is een karakteristieke boom of struik, die wel tot 6 meter hoog kan uitgroeien. Het hoort bij de familie van de Cipressen. Goede leefomstandigheden voor jeneverbes-planten worden in de Lage Landen steeds moeizamer te realiseren. Met als gevolg dat er steeds minder jeneverbessen in de het wild te vinden zijn. Daarnaast is in het verleden ook behoorlijk stom met de bescherming van deze bijzondere inlandse planten omgegaan.Door er hekken om heen te zetten, werd het voor schapen onmogelijk om langs de struiken te lopen.  Daardoor bleven er geen rijpe bessen meer aan hun wol hangen en konden de schapen deze plant niet meer verspreiden. Daarbij speelt mee dat de rijpe vruchten maar een vrij korte periode kunnen kiemen. Zowel in België als in Nederland is jeneverbes beschermd en staat ook op de Rode lijst als gevoelig en sterk afgenomen.

jeneverbes-plant

Groeit van nature bij zandverstuivingen en op heidegebieden. Houdt van licht zure tot zure grond.

bloem-mann-jneverbes

De meer zuidelijk groeiende jeneverbessen zijn aromatischer.  De donkere tweejarige bessen bevatten de meeste smaak en daaruit kan jeneverbesolie gewonnen worden.

bessen-jenever

Jeneverbes kent mannelijke en vrouwelijke planten. Alleen de vrouwelijke planten dragen bes, maar de bloemen van de vrouwelijke planten, moeten wel door de mannelijk bloemen bevrucht worden.  Door de wind wordt het mannelijke zaad verplaatst. De jeneverbessen bloeien met kleine groene bloemetjes in mei en juni, ze zitten aan de basis van de naalden. Jeneverbes kent wintergroene stijve naalden en die stekelig in clusters van drie aan de takken zitten.De groene kegelachtige vruchten groeien uit in de herfst en verkleuren in de loop van het volgende jaar van blauw tot bijna zwart. De verse bessen zijn eetbaar, maar vooral de al aan de struik gedroogde donkere bessen worden door mensen verzameld.