SPAR in diverse varieteiten & soorten kwam hier oorspronkelijk niet voor

hoge inzichten en een weidse blik

DE SPAR

De spar is een oorspronkelijk hier niet inheemse naaldboom van de Familie  Pinaceae

Groenblijvende naaldbomen. Loof naaldachtig, lang en slank, in bundels van twee tot vijf, zelden alleenstaand of meer dan vijf, die dan bij samendrukking een smalle cilinder vormen, waarvan ieder blad een sector vormt. Manlijke en vrouwelijke bloemen gescheiden aan dezelfde boom; de manlijke gegroepeerd aan de basis van nieuwe scheuten, de vrouwelijke aan de top. Vruchten in de vorm van houtige kegels, die gewoonlijk in twee jaar rijpen.

Alleen de Grove Den uit deze bomenfamilie is hier inheems. Samen met de Taxus en Jeneverbes zijn dat de enige inheemse naaldbomen in de Lage Landen.

Diverse soorten Sparren zijn hier al zeer lang van elders aangeplant. Waarbij sommige soorten zelfs in de tijd zijn ingeburgerd.

De ZILVERSPAR Silver Fir(eng)         sapin(fr)

Geslacht  Abies  Familie  Pinaceae

Groenblijvende coniferen met enkelvoudige naalden en bloemen van beide geslachten aan dezelfde boom. De bovenste takken dragen de stevige cilindervormige kegels, die uiteenvallen als ze rijp zijn. Ook worden ze wel opengebroken door eekhoorns, die op zoek zijn naar de zaden. Hierbij blijft de centrale spil van de vrucht op de bomen.

De ZILVERSPAR (Abies Alba) is een boom, die pas laat over de noordelijke landen van Europa verspreid is. Maar groeit van nature wel in de rest van Europa. De naaldboom bereikt een hoogte van 45 meter en heeft dan een omtrek van rond de 5 meter. Manlijke bloemen gegroepeerd onder de scheuten van vorig jaar. Geeft veel stuifmeel in april. De vrouwelijke bloemen, eerst groen, ontwikkelen zich tot kegels van 12 x 3 cm Als ze rijp zijn worden ze roodbruin, met naar beneden gebogen bracteeën. Naalden hebben een witte streek op de rugzijde. De schors is donker grijsachtig en bij oude bomen in kleine vierkantjes gebarsten. De kegels worden regelmatig opengebroken door eekhoorns op zoek naar zaad. De opengebroken en leeg gegeten resten vindt men vaak aan de voet van de bomen.

De zilverspar levert vurenhout en wordt net als de blauwspar ( uit Noord Amerika) en de Nordmann-spar als kerstboom geteeld.

Medisch

De knoppen en naalden van de zilverspar worden gebruikt om de slijmoplossende en ontsmettende zilversparolie te maken. Deze olie wordt gebruikt in astma-inhalers en in diverse hoestdranken. Net zoals de olie van de grove den wordt het gebruikt in vele toiletartikelen en voor de geur.

DOUGLAS-SPAR

Douglasspar – Pseudotsuga menziesii is rond 1826 door de Schotse Botanicus David Douglas in Schotland voor het eerst in Europa geintroduceerd. Hij heeft de boom uit zaad laten opkweken. De boom is massaal in Europa vooral als mijnhout aangeplant en komt thans in het wild gewoon voor. Ingeburgerd in het Oostelijk deel van Nederland rond 1975 – 1999.

Meer weten over de Douslas-spar , kijk dan op wilde-planten.nl

NORDMANN-SPAR

De Kaukasische ZILVERSPAR (Abies Nordmanniana), Nordmannspar of Krimspar is in 1838 door de Finse bioloog Alexander von Nordmann (1803-1866) in West-Europa geïntroduceerd.

SPORKEHOUT

Sporkehout (FRANGULA ALNUS) is een verbastering van Sprokkelhout. Om de reinigende eigenschappen van de boom ook vaak Vuilboom genoemd. De plant hoort bij de Wegedoornfamilie, waarvan Wegedoorn hier ook in de Lage Landen voorkomt. Sprokehout komt vaker als de Wegedoorn hier alleen als struik voor. Beide horen bij de inheemse houtige gewassen, die eigenlijk vaker aangeplant zouden moeten worden.

Sporkeboom heeft veel namen, die vaak samen hangen aan vroeger gebruik ervan: spork, gewone vuilboom, bloedboom, pijlhout, hondskers, honzehout, sprokkel, peggehout, duvelskeersj, houtjeshout, buskruithout, en stinkboom.

BOTANISCH

De bladverliezende struiken ( soms bomen) groeien vaak veelstammig uit. Vrij breed tot wel 4 meter, tot 7 meter hoog.

In Nederland is sporkehout een algemeen voorkomende heester in laagveengebieden, aangeplant bos in de IJsselmeerpolders en de duinen, hoewel ze zeldzaam is op de Waddeneilanden. Op kleigrond groeit de boom van nature nooit.  In België is de struik of boom zeer algemeen in de Kempen en de Ardennen. De plant groeit vaak in natte en zure bosranden samen met wilde kamperfoelie.

NUTTIG

Sporkehout is een waardplant voor de citroenvlinder en het boomblauwtje.De Ook een aantal motten leeft van het blad van deze heester, net als meerdere wantsen en motten. Het is een belangrijke voedingsplant voor honingbijen. De zaden worden gegeten door vogels als lijster en fazanten, die zo voor de verspreiding ervan zorgen.

GEBRUIK

Het hout werd vroeger veel gebruikt, zoals voor het maken van houtskool waarmee goed getekend kan woden, maar waarmee ook buskruit gemaakt kon worden. De twijgen werden gebruikt in bijenkorven. En de bessen als verfstof om sapgroen en schijtgeel te krijgen.

MEDISCH

Sporkehout is voor mensen onsmakelijk en licht giftig, maar zowel de bessen als de bast kunnen als laxeermiddel gebruikt worden. De bast bevat 3-7% antronincine, dat de wand van de endeldarm aanzet tot beweging. Vandaar de naam vuilboom, omdat men zo de darmen goed kan ledigen.

STEEL-IEP

Steel-iep is een andere naam voor de FLADDER-IEP

Fladder-iep( Ulmus Laevis) hoort bij de Autochtone Hotachtige populatie in de lage landen.

Kijk verder bij FLADDER-IEP

STEKELBREM

Er zijn meerdere soorten planten uit de Familie van de vlinderbloemigen, die regelmatig door elkaar worden gehaald. De planten dragen allemaal gele op elkaar lijkende bloemen en groeien ook op gelijkwaardige plekken.

Een van die planten is de STEKELBREM (Genista Angica) . Vaak op hogere zandgronden, de Waddeneilanden, kalkarme duinen. Maar ook veel in Zuid Limburg en kalkrijke duinen. Door vermesting en begroeiing door grassen is de plant hier sinds de Tweede wereldoorlog sterk afgenomen.

bloem stekelbrem

Het is een stekelige struik die vaak vlak over de grond groeit (15 tot 40 cm), maar ook soms hoog uitgroeit tot meer dan 1 mter vijftig. De stekelbrem bloeit met uiteraard gele bloemen in trossen eind van de lente tot midden zomer. Vrucht is een kleine gekromde peul. Stekelbrem is zwak giftig.Het is een waardplant voor het groentje en het heideblauwtje. Bijen bezoeken de plant voor nectar en stuifmeelpollen.

Stekelbrem oude prent

Dan heb je ook nog de DUITSE BREM (Genista Germanica) dat net als de Stekelbrem tot de oorspronkelijke houtige gewassen van hier hoort.

bloem Duitse Brem

Deze struik komt op meer plekken in Europa voor, en wordt gemiddeld 60 cm. hoog. De bloeiende bloemtoppen bevatten net als de Verfbrem (Genista Tinctoria) een gele verfstof. De Duitse brem bloeit vooral in mei en juni. Deze struik groeit in bosranden en langs heidevelden en houdt van iets droge, voedselarme grond. Vooral aan de Duitse grens en rond Nijmegen komt de plant veel voor.

Voor meer informatie , kijkt men op wilde-planten.nl

Deze hele struik is giftig, want het bevat alkaloide chinolizidine. De zaden en bloemen zijn giftig omdat ze 0,25% alkaloiden zoals cystine bevatten. De takken bevatten sparteine.

Maar Stekende brem of te wel Gaspeldoorn ( Ulex Europaeus) treft men ook vaak in ons land bij heidevelden aan. Dit is een plant met vele namen: in Friesland heeft men het over Bremerheide, op de Zeeuwse eilanden vaak over Duindoorn, in Zuid Limburg over Genst , maar elders in Limburg over Ginster, langs de Veluwezoom heeft men het over Kattendoorn en op meerdere andere plekken over Stekende Brem.

Dus lang leve de verwarring.

Meer informatie over de Stekende Brem bij GASPELDOORN

TAMME KASTANJE

De Tamme Kastanje (CASTANEA SATIVA) is een boom die vooral door de Romeinen overal in Europa is aangeplant. Waarschijnlijk is de boom al eerder door de Kelten vanuit het zuiden naar Duitsland en Frankrijk meegenomen. Kastanje’s kunnen tot heel grote bomen uitgroeien.

Zie verder bij: KASTANJE, TAMME

GEDULD IS MIJN NAAM – TAXUS

Gevuld ben ik met goud

Van binnen uit stralend

Al is die kant nors en vergaan

Verpakt in bast roodbruin en groen vol gif

Verzet

Dood breng ik

Waker over schaduwen

Velen passeerden reeds mijn poort

Oude twijgen met de grond vervlochten

Onderwereld

In de lente verander en herstel ik

Helder groen, met takken vol doorleven

Ontsproten aan mijn stronk

Venijnboom, eeuwenoud, maar ook nieuw en weer uitgeschoten

Hergebruikt en hernieuwd door eeuwen heen

Hergeboorte

Na het leven van de zomer stuur ik uit

Zaden van mijn zijn

Geboorte-kracht gevuld met dood

Zo liefdevol ogend in een frisse deken

Helder rode tekens van een ander bestaan

Signaal

Van dat pad maak ik deel uit

Door de tijd heen van bewust-levend gaan

Taxus, blijvende getuige van leven en dood

Eeuwig groen levend voor al wat bestaat

Geduld is mijn naam.

Met dank aan Stephen Merould, die ons inspiratie gaf door zijn gedicht  ’Yew Tree’.

TAXUS VENIJNBOOM

De eeuwige wedergeboorte

DE TAXUS

yew(eng)      if(fr)          Geslacht  Taxus   Familie  Taxaceae

Groenblijvende naalddragende bomen en struiken. Manlijke en vrouwelijke bloemen op afzonderlijke planten. Zaad gevat in een vleesachtig, vaak rood doorschijnend, omhulsel / schijn besvrucht. Naalden plat, Bovenzijde donkergroen, onderzijde lichtgroen, afzonderlijk ingeplant. Zaad en naalden zijn giftig. Bast roodbruin, bij oudere bomen gedeeltelijk loslatend.

Tekening paul hoftijzer

DE TAXUS   Botanisch

De taxus is een inheemse soort, waarvan de oorspronkelijke variëteit zeldzaam tot zeer zeldzaam is.

  • Taxus BACCATA                   

ook: venijnboom, naast ijf of ief geheten

De Taxus is inheems in Europa, Iran en Algerije. Deze groenblijvende naaldboom met platte naalden kan in vormen worden gesnoeid. De boom kan zeer oud worden, tot wel 3.000 jaar. Hout is hard en duurzaam. Hoogte tot 25 m. Bloemen maart/april, manlijke geel, 0,6 cm, vrouwelijke kleiner en groen, bloeien op aparte bomen. Vruchten rood en 1,2 cm. doorsnede. De bladeren en de bessen(vooral de pitten) zijn zeer giftig.

De hoogste taxus ( 22 meter) staat in Nederland in Warmond(ZH), Huis te Warmond en is gepland tussen 1600 en 1700. De boom met de grootste omvang ( 375 cm) staat in De Steeg (Brantsenpark).

Tekening paul hoftijzer

Bijzonderheden

De taxus is een relictboom en is vooral verdwenen vanwege de giftigheid voor het vee en de geringe marktwaarde van het hout. De bomen kunnen zich uitzaaien via vogels, die de bessen eten.

In de Middeleeuwen was de taxus echter een belangrijke grondstof voor de wapenproductie. Taxushout bevat geen hars, heeft een onbegrensd weerstandsvermogen. Vanwege de uitzonderlijke veerkracht is het hout bij uitstek geschikt voor het maken van bogen. Daarnaast voor stelen van bijlen. De taxus levert ook mooi meubelhout, onderdelen van gereedschappen en fineer op, maar wordt nu nog maar zelden gebruikt. Omdat de taxus zich gewillig laat snoeien is het een waardevolle boom in de tuinkunst: gesnoeid tot allerlei curieuze vormen, zelfs diervormen.

Men vindt de taxus ook veel op kerkhoven. Een goede kwaliteit doolhof is gemaakt van taxus.

Het loof werd vroeger gebruikt bij bepaalde festiviteiten en rituelen. Bij de viering van het oude Keltische nieuwjaar krijgt iedereen een takje taxus als symbool voor het loslaten om hernieuwing mogelijk te maken.

MEDISCH

Uit de Taxus Brevifolia wordt taxol gewonnen. Een stof die van belang is bij de bestrijding van kanker, omdat het de menselijke celdeling tegen gaat. Ook is men bezig een vergelijkbare stof uit de gewone taxus te winnen.

Door natte taxusnaalden te laten smeulen ontstaat een rook, dat muggen wegjaagt.

Een afgekoeld aftreksel van de naalden kan gebruikt worden om nerveus en onrustig vee te kalmeren. Het heeft een enigszins verlammend effect.

houtsnede neeltje & paul

TUIN-HIBISCUS

Tuinhibiscus ((Hibiscus syriacus) of vroeger bekend onder de naam altheastruik kan uitgroeien tot stevige struiken die wel 2 meter omvang kunnen hebben en wel 3 meter hoog. Van oorsprong komt deze Hibiscus-soort uit Azië, in Zuid Korea is het de nationale bloem. Het is hier al lamg gelden ingevoerd en sommige varieteiten kunnen goed tegen nachtvorst en koude. Na strenge vorst vriezen de takken in. Ook als je ze snoeit komen ze tot bloei, want ze bloeien in bovenste bladeren van de jongste scheuten. De bladverliezende plant heeft vrij grote, ovale drie lobbige bladeren. De jonge bladeren zijn appelgroen, maar ze worden snel donkerder groen. Tuin-hibiscus bestaat in heleboel verschillende soorten met enkele en dubbele bloemen in vele kleuren als wit, roze, blauw, paars en licht tot heel donker-rood. Ze bloeien van augustus tot diep in de herfst, de laatste jaren zelfs tot in begin november.

Een koude en natte zomer geeft veel minder bloemen. Dan vallen de knoppen voor de bloei er af. Soms herstellen ze zich snel na een natte periode en vormen ze opnieuw bloemknoppen. En zetten U dan later in het jaar toch in de bloemen. De TUIN-HIBISCUS is tegenwoordig een veel voorkomende plant van elders. Het is een wintervaste plant, die het goed doet in ons klimaat. Het behoort tot de kaasjeskruidfamilie, die meerdere eetbare planten kent als natuurlijk klein en groot kaasjeskruid zelf, maar ook de stokroos en de lindeboom. Hibiscus-soorten komen op veel plekken op de wereld voor vanaf Zuid-Europa, oost Europa tot ver in Azië. Vele worden als groente gegeten of hebben een medisch nut.

Wil je meer weten over enkele andere planten uit deze familie-

stokroos

stokroos in een salade

kaasjeskruid

kaasjeskruid

AANPLANTEN

Men kan tuinhibiscus uit stekken op laten groeien. Snij ze dan wel vroeg in de herfst en laat ze in huis in de winter verder uitgroeien en goed wortelen. In april zou men ze dan buiten kunnen uitplanten.

Ook uit zaad is tuinhibiscus op te kweken. Onder andere Vreeken levert er zaad voor. Zaaien in huis van januari tot mei. Verspenen op 6cm. en verder laten uitgroeien. Tuinhibiscus houdt van een rijke, niet te natte grond, liefst in de volle zon, maar zeker niet op een erg winderige plek planten. Voor een warme zuidmuur doen ze het uitstekend.

tuinhibiscus-volle-bloeiende-struik

MEDISCH

Tuinhibiscus heeft een medicinale werking. Vooral de bast wordt onder andere gebruikt voor vele middelen zoals bij de bestrijding van diarree, dysenterie en pijn.

IN DE KEUKEN

Van de tuinhibiscus is zowel het jonge blad rauw als gestoofd lekker en kunnen de bloemen zowel rauw als verwerkt gegeten worden. De wortels zijn zelfs eetbaar maar als bron van koolhydraten hebben ze weinig smaak.

tuinhibiscus 1

Van bloem en blad kan men vers en gedroogd kruidenthee zetten.

Alle recepten voor kaasjes kruid en stokroos zijn ook voor tuinhibiscus te gebruiken.

Recept voor een dipsaus met tuinhibiscus op natuur-keuken.nl