VLIER

VLIER werd van oudsher bij stalruimtes aangeplant om vliegen weg te houden. Vandaar dat het de naam heeft alle kwaadaardige plagen en krachten buiten je lijf en je huis te houden. Er zijn vele sages en sprookjes waarin vlier een rol speelt.

VLIER BOTANISCH

Vlier is meestal een hoge struik of een kleine boom, algemeen in Europa voorkomend. Vlier bloeit in witte trossen vanaf eind mei tot in juli afhankelijk van de staanplaats. Het draagt donkerrode, bijna zwarte vruchten in dezelfde trossen vanaf eind augustus. Vlier staat overal in bossen, vaak aan de rand daarvan, in parken en plantsoenen maar ook langs wegen en houtwallen. Pas als de vlier gaat bloeien valt hij op. De witte trossen, die op schermen lijken, hebben een zoete, beste bedwelmende geur. Sommige mensen vinden deze muskusachtige geur niet aangenaam. Als je vlierbloesem wilt gaan plukken zie je dat vlier een actief insectenleven met vooral veel insecten in vele soorten en kevertjes heeft. Vlinders en bijen mijden vlier vaak.

Na de bloei is de vlier een tijd onopvallend aanwezig, maar dat veranderd snel als de bessen beginnen af te rijpen en even later de trossen zwaar van de vele besjes door hun gewicht naar beneden beginnen te hangen. Dan eind augustus tot september verkleuren de bessen om uiteindelijk dieppaars, bijna zwart te worden. Vogels zijn er dol op en verspreiden de harde zaden die er binnenin zitten door ze elders uit te poepen.

Doordat vlier zich aan vele omstandigheden aanpast en uiterst snel groeit is deze plant wel overal te vinden.  Van nature groeit vlier graag boven waterlopen.

AANPLANTEN

In de praktijk worden vlier via een winterstek vermenigvuldigd. Het slaat dan vrijwel altijd snel aan.

WAT IS EEN WINTERSTEK?

  • Zodra het blad van de takken is gevallen, knip je met een scherpe snoeischaar enkele stevige, rechte scheuten af die dat jaar gevormd zijn.
  • Haal de top eraf, verdeel de rest van de tak in stukjes van tien tot twintig centimeter.
  • Zet de stukjes rechtop in een geultje en vul het geultje met zanderige grond. Zo bevriezen ze niet en blijven ze vochtig genoeg.
  • Laat de bovenkant van de stekken boven de grond uitsteken.
  • Graaf in het vroege voorjaar de stekken op en pot ze apart op.

Dit werkt bij vele struiken of bomen als: wilg, kornoelje, liguster, boerenjasmijn, kruis- en rode bes, druif, buddleja (vlinderstruik), braam en natuurlijk vlier. In het eerste jaar na uitplant worden dit dan al behoorlijke struiken, die vaak dan het tweede jaar al gaan bloeien.

Men zou in de winter wat grotere takken uit een vlierboom of struik moeten snoeien, zodat jongere takken meer ruimte krijgen. Vlier bloeit namelijk op een-jarig hout. Vlier houdt van een bedekte bodem. Geschikt om verloren hoeken van je terrein op te vullen en als windvang te dienen. De vlier doet het goed op alle gronden, maar moet niet in het water staan. Op droge gronden valt de opbrengst tegen.

Vlierstuiken zijn bij kwekerijen te koop. Als “bosplantsoen” voor rond de 0,70 euro te koop. Tegenwoordig worden er ook soorten aangeboden waarbij men aangeeft dat deze een verhoogde productie aan bessen geven. Korsör is zo’n ras met een lager anthocyaangehalte. Ook ‘Haschberg’ afkomstig uit Oostenrijk is zo’n variëteit.  Voor rond de 7 euro zijn deze planten in pot in de handel.

Natuurlijk kan men vlier ook nog zelf uitzaaien.

PAS OP VOOR BERGVLIER & KRUIDVLIER

Bestudeer voor het plukken ook de kenmerken en uiterlijk van berg- en kruidvlier, want aan die planten moet je gewoon voorbijgaan. De geur van kruidvlier vind ik duidelijk onaangenaam en deze plant broeit niet op hout.

Daarnaast heb je bergvlier, maar die bloeit echt later en heeft in trossen, die niet op de schermen van echte vlier lijken, witte bloemen en later trossen echt felrode bessen (niets hiervan gebruiken).

Reacties zijn gesloten.