Paterson/Keltische Astrologie: 18 maart – 14 april
Mars & Maurth – Pentagram of de Havik – goden: grieks – ares, keltisch – bran, arthur, airem en teutates.
In Ierland beschouwt men het nog steeds als misdadig wanneer iemand een heilige els omhakt. De persoon, die dat doet is persoonlijk verantwoordelijk als er in het dorp ongelukken voor doen.
De deva ( geest) van de els is blijkbaar agressief en wordt in staat geacht het huis van de schuldige in brand te steken. De els is in principe de boom van het vuur, en het soepele hout is goed bestand tegen de inwerking van water. Een van de tekens van de heiligheid van de els ziet men wanneer hij geveld wordt. De binnenkant van de bast, die eerst wit is, scheidt later een rode stof af, die sterke overeenkomst vertoont met menselijk bloed.
De elzetak van Bran was het teken van de wederopstanding, gesymboliseerd door de spiraal van elzeknoppen.
Groenblijvende naalddragende bomen en struiken. Manlijke en vrouwelijke bloemen op afzonderlijke planten.Zaad gevat in een vleesachtig, vaak rood doorschijnend, omhulsel / schijn besvrucht.Naalden plat, Bovenzijde donkergroen, onderzijde lichtgroen, afzonderlijk ingeplant.Zaad en naalden zijn giftig. Bast roodbruin, bij oudere bomen gedeeltelijk loslatend.
DE TAXUS Botanisch
De taxus is een inheemse soort, waarvan de oorspronkelijke variëteit zeldzaam tot zeer zeldzaam is.
Taxus BACCATA
ook: venijnboom, naast ijf of ief geheten
De Taxus is inheems in Europa, Iran en Algerije. Deze groenblijvende naaldboom met platte naalden kan in vormen worden gesnoeid. De boom kan zeer oud worden, tot wel 3.000 jaar.Hout is hard en duurzaam. Hoogte tot 25 m. Bloemen maart/april, manlijke geel, 0,6 cm, vrouwelijke kleiner en groen, bloeien op aparte bomen. Vruchten rood en 1,2 cm. doorsnede.De bladeren en de bessen(vooral de pitten) zijn zeer giftig.
De hoogste taxus ( 22 meter) staat in Nederland in Warmond(ZH), Huis te Warmond en is gepland tussen 1600 en 1700. De boom met de grootste omvang ( 375 cm) staat in De Steeg (Brantsenpark).
Bijzonderheden
De taxus is een relictboom en is vooral verdwenen vanwege de giftigheid voor het vee en de geringe marktwaarde van het hout. De bomen kunnen zich uitzaaien via vogels, die de bessen eten.
In de Middeleeuwen was de taxus echter een belangrijke grondstof voor de wapenproductie. Taxushout bevat geen hars, heeft een onbegrensd weerstandsvermogen. Vanwege de uitzonderlijke veerkracht is het hout bij uitstek geschikt voor het maken van bogen. Daarnaast voor stelen van bijlen. De taxus levert ook mooi meubelhout, onderdelen van gereedschappen en fineer op, maar wordt nu nog maar zelden gebruikt. Omdat de taxus zich gewillig laat snoeien is het een waardevolle boom in de tuinkunst: gesnoeid tot allerlei curieuze vormen, zelfs diervormen.
Men vindt de taxus ook veel op kerkhoven. Een goede kwaliteit doolhof is gemaakt van taxus.
Het loof werd vroeger gebruikt bij bepaalde festiviteiten en rituelen. Bij de viering van het oude Keltische nieuwjaar krijgt iedereen een takje taxus als symbool voor het loslaten om hernieuwing mogelijk te maken.
MEDISCH
Uit de Taxus Brevifolia wordt taxol gewonnen. Een stof die van belang is bij de bestrijding van kanker, omdat het de menselijke celdeling tegen gaat. Ook is men bezig een vergelijkbare stof uit de gewone taxus te winnen.
Door natte taxusnaalden te laten smeulen ontstaat een rook, dat muggen wegjaagt.
Een afgekoeld aftreksel van de naalden kan gebruikt worden om nerveus en onrustig vee te kalmeren. Het heeft een enigszins verlammend effect.
Tuinhibiscus ((Hibiscus syriacus) of vroeger bekend onder de naam altheastruik kan uitgroeien tot stevige struiken die wel 2 meter omvang kunnen hebben en wel 3 meter hoog. Van oorsprong komt deze Hibiscus-soort uit Azië, in Zuid Korea is het de nationale bloem. Het is hier al lamg gelden ingevoerd en sommige varieteiten kunnen goed tegen nachtvorst en koude. Na strenge vorst vriezen de takken in. Ook als je ze snoeit komen ze tot bloei, want ze bloeien in bovenste bladeren van de jongste scheuten. De bladverliezende plant heeft vrij grote, ovale drie lobbige bladeren. De jonge bladeren zijn appelgroen, maar ze worden snel donkerder groen. Tuin-hibiscus bestaat in heleboel verschillende soorten met enkele en dubbele bloemen in vele kleuren als wit, roze, blauw, paars en licht tot heel donker-rood. Ze bloeien van augustus tot diep in de herfst, de laatste jaren zelfs tot in begin november.
Een koude en natte zomer geeft veel minder bloemen. Dan vallen de knoppen voor de bloei er af. Soms herstellen ze zich snel na een natte periode en vormen ze opnieuw bloemknoppen. En zetten U dan later in het jaar toch in de bloemen. De TUIN-HIBISCUS is tegenwoordig een veel voorkomende plant van elders. Het is een wintervaste plant, die het goed doet in ons klimaat. Het behoort tot de kaasjeskruidfamilie, die meerdere eetbare planten kent als natuurlijk klein en groot kaasjeskruid zelf, maar ook de stokroos en de lindeboom. Hibiscus-soorten komen op veel plekken op de wereld voor vanaf Zuid-Europa, oost Europa tot ver in Azië. Vele worden als groente gegeten of hebben een medisch nut.
Wil je meer weten over enkele andere planten uit deze familie-
Men kan tuinhibiscus uit stekken op laten groeien. Snij ze dan wel vroeg in de herfst en laat ze in huis in de winter verder uitgroeien en goed wortelen. In april zou men ze dan buiten kunnen uitplanten.
Ook uit zaad is tuinhibiscus op te kweken. Onder andere Vreeken levert er zaad voor. Zaaien in huis van januari tot mei. Verspenen op 6cm. en verder laten uitgroeien. Tuinhibiscus houdt van een rijke, niet te natte grond, liefst in de volle zon, maar zeker niet op een erg winderige plek planten. Voor een warme zuidmuur doen ze het uitstekend.
MEDISCH
Tuinhibiscus heeft een medicinale werking. Vooral de bast wordt onder andere gebruikt voor vele middelen zoals bij de bestrijding van diarree, dysenterie en pijn.
IN DE KEUKEN
Van de tuinhibiscus is zowel het jonge blad rauw als gestoofd lekker en kunnen de bloemen zowel rauw als verwerkt gegeten worden. De wortels zijn zelfs eetbaar maar als bron van koolhydraten hebben ze weinig smaak.
Van bloem en blad kan men vers en gedroogd kruidenthee zetten.
Alle recepten voor kaasjes kruid en stokroos zijn ook voor tuinhibiscus te gebruiken.
VLIER werd van oudsher bij stalruimtes aangeplant om vliegen weg te houden. Vandaar dat het de naam heeft alle kwaadaardige plagen en krachten buiten je lijf en je huis te houden. Er zijn vele sages en sprookjes waarin vlier een rol speelt.
VLIER BOTANISCH
Vlier is meestal een hoge struik of een kleine boom, algemeen in Europa voorkomend. Vlier bloeit in witte trossen vanaf eind mei tot in juli afhankelijk van de staanplaats. Het draagt donkerrode, bijna zwarte vruchten in dezelfde trossen vanaf eind augustus. Vlier staat overal in bossen, vaak aan de rand daarvan, in parken en plantsoenen maar ook langs wegen en houtwallen. Pas als de vlier gaat bloeien valt hij op. De witte trossen, die op schermen lijken, hebben een zoete, beste bedwelmende geur. Sommige mensen vinden deze muskusachtige geur niet aangenaam. Als je vlierbloesem wilt gaan plukken zie je dat vlier een actief insectenleven met vooral veel insecten in vele soorten en kevertjes heeft. Vlinders en bijen mijden vlier vaak.
Na de bloei is de vlier een tijd onopvallend aanwezig, maar dat veranderd snel als de bessen beginnen af te rijpen en even later de trossen zwaar van de vele besjes door hun gewicht naar beneden beginnen te hangen. Dan eind augustus tot september verkleuren de bessen om uiteindelijk dieppaars, bijna zwart te worden. Vogels zijn er dol op en verspreiden de harde zaden die er binnenin zitten door ze elders uit te poepen.
Doordat vlier zich aan vele omstandigheden aanpast en uiterst snel groeit is deze plant wel overal te vinden. Van nature groeit vlier graag boven waterlopen.
AANPLANTEN
In de praktijk worden vlier via een winterstek vermenigvuldigd. Het slaat dan vrijwel altijd snel aan.
WAT IS EEN WINTERSTEK?
Zodra het blad van de takken is gevallen, knip je met een scherpe snoeischaar enkele stevige, rechte scheuten af die dat jaar gevormd zijn.
Haal de top eraf, verdeel de rest van de tak in stukjes van tien tot twintig centimeter.
Zet de stukjes rechtop in een geultje en vul het geultje met zanderige grond. Zo bevriezen ze niet en blijven ze vochtig genoeg.
Laat de bovenkant van de stekken boven de grond uitsteken.
Graaf in het vroege voorjaar de stekken op en pot ze apart op.
Dit werkt bij vele struiken of bomen als: wilg, kornoelje, liguster, boerenjasmijn, kruis- en rode bes, druif, buddleja (vlinderstruik), braam en natuurlijk vlier. In het eerste jaar na uitplant worden dit dan al behoorlijke struiken, die vaak dan het tweede jaar al gaan bloeien.
Men zou in de winter wat grotere takken uit een vlierboom of struik moeten snoeien, zodat jongere takken meer ruimte krijgen. Vlier bloeit namelijk op een-jarig hout. Vlier houdt van een bedekte bodem. Geschikt om verloren hoeken van je terrein op te vullen en als windvang te dienen. De vlier doet het goed op alle gronden, maar moet niet in het water staan. Op droge gronden valt de opbrengst tegen.
Vlierstuiken zijn bij kwekerijen te koop. Als “bosplantsoen” voor rond de 0,70 euro te koop. Tegenwoordig worden er ook soorten aangeboden waarbij men aangeeft dat deze een verhoogde productie aan bessen geven. Korsör is zo’n ras met een lager anthocyaangehalte. Ook ‘Haschberg’ afkomstig uit Oostenrijk is zo’n variëteit. Voor rond de 7 euro zijn deze planten in pot in de handel.
Natuurlijk kan men vlier ook nog zelf uitzaaien.
PAS OP VOOR BERGVLIER & KRUIDVLIER
Bestudeer voor het plukken ook de kenmerken en uiterlijk van berg- en kruidvlier, want aan die planten moet je gewoon voorbijgaan. De geur van kruidvlier vind ik duidelijk onaangenaam en deze plant broeit niet op hout.
Daarnaast heb je bergvlier, maar die bloeit echt later en heeft in trossen, die niet op de schermen van echte vlier lijken, witte bloemen en later trossen echt felrode bessen (niets hiervan gebruiken).
De Vlinderstruik (Buddleja Davidii) is pas vanaf 1900 op grote schaal hier aangeplant. Al in de 17e eeuw is de plant vanuit China in Europa ingevoerd. Eerst rond de Tweede Wereldoorlog is de plant hier ingeburgerd. Maar omdat de plant van oorsprong het vooral goed doet op droge, rijkere grond geeft deze exoot hier weinig problemen. Zeker doordat hier maar weinig geschikte groeiplekken in onze landschappen bestaan.
VLINDERPLANT
Buddleja trekt veel vlinders aan. Het is echter geen waardplant voor hier van oorsprong voorkomende vlindersoorten. Dus bevordert de plant de biodiversiteit van vlinders niet. Maar onder andere Atalanta, Dagpauwoog, Witjes, Kleine Vos en Distelvlinder bezoeken de bloeiende plant zeker vaak. De bloemen zijn alleen geschikt voor insecten met een lange tong. Daarbij bestuiven deze bezoekers de bloem gelijk.
Bij ernstige vorst vriezen de planten in ( bij ernstige vorst van meer dan -15 graden, kan Buddleja zelfs doodvriezen). Normaliter lopen de planten aan de voet in het voorjaar weer uit.
Voor een volle bloei is snoei in het voorjaar op zijn laatst in maart nodig. In vele varieteiten met verschillende bloemkleuren is de Vlinderstruik hier te koop . Er zijn bladverliezende, maar ook altijd groenblijvende soorten.
Het blad bevat zeepstoffen. De stof is giftig voor vissen. Voor vee werd het vroeger gebruikt bij problemen met (aars-)maden. Voor mensen werd het als thee gebruikt voor het ophoesten van slijm. Zonder medisch voorschrift echter nooit zelf gebruiken.
In de theetuin van de Hortus in Nijmegen staan vlinderstruiken, maar in de Spoorkuil bij het centrum van Nijmegen met een eigen bijzonder microklimaat staan wintergroene Buddleja’s in het wild.
De vogelkers is een bladverliezende boom, inheems in Centraal en Noord Europa. Hoogte tot 15 m. Bloemen geurig, ongeveer 1,2 cm. doorsnede, eind mei, in trossen tot 15 cm.
Vruchten ongeveer 0,6 cm, zwart met een bittere smaak, bruikbaar om smaak te geven aan brandewijn en wijn, rijp in juli/augustus. Vogels zijn dol op de vruchten van de vogelkers. Bladeren getand, vaak met bosjes dons in de oksels. De schors is glad, donker grijsachtig bruin en heeft een onplezierige sterke geur.
AMERIKAANSE VOGELKERS wordt gezien als een invasieve plantensoort in het Europese eco-systeem. En om die reden wordt deze boom tegenwoordig soms bestreden (vogelpest is daarom de bijnaam van de Amerikaanse variant).
In wat nattere bosgebieden heeft deze van elders ingevoerde en hier aangeplante soort zijn Europese tegenhanger de Europese Vogelkers vaak verdrongen. Van beide planten wordt gezegd dat ze giftig zijn en inderdaad bevatten de bladeren en pitten blauwzuur-glykosiden. Alleen de pitten van gewone kersen zijn net zo giftig, evenals bittere amandelen uit dezelfde familie. Het vruchtvlees is net als bij gewone kersen zeer goed te verwerken tot gelei, siroop en wijn. Trouwens ook de bloemen zijn licht giftig, maar smaken best lekker. Alleen moet men er niet te veel van gebruiken , want ze bevatten ook hetzelfde blauwzuur-glykosiden. Wat wel logisch is want ze ruiken ernaar, namelijk naar bittere amandelen.
De Amerikaanse Vogelkers ( Prunus Serotina) kan uitgroeien tot redelijk hoge bomen tot wel 20 meter. Toch blijft de plant meestal meer struikachtig. Het bloeit wit in mei – begin juni.
De kleine vruchten van de Amerikaanse vogelkers zijn in augustus- begin september rijp en hangen in trossen. Alleen rijp smaken ze lekker, zelfs rauw, maar wel wat bitter. Als dorstlesser functioneren ze prima. Vogels zijn dol op de kersen en dat is mede een reden waarom de plant zich zo snel kan uitbreiden. Dat komt ook omdat ze zo goed kiemen. Dit in tegenstelling tot de Europese vogelkers.
VOOR BESSEN VAN DE AMERIKAANSE VOGELKERS – PLUK ALLES WAAR MEN BIJ KAN! Voor vogels en andere dieren hoeft men geen bessen van deze vogelkers-soort achter te laten, want dan verspreid deze plant zich nog sneller. En er zijn wel genoeg andere eetbare zaken in het bos voor deze dieren.
Pas op: weet wel dat je een boom van een van de vogelkerssoorten hebt, want de vruchten zijn verwisselbaar met andere onaangename soorten, die in dezelfde tijd afrijpen. Vooral door de bloemen kan men vogelkers in het voorjaar snel herkennen. Dus pluk de vruchten van een boom, die je al vroeger in het jaar hebt herkent. Soms is hier en daar ( duingebieden) een andere Amerikaanse vogelkers-soort aangeplant. Deze lijkt erg op de Amerikaanse vogelkers, alleen zijn de vruchten rood. ( VIRGINISCHE VOGELKERS = Prunus Viginiania)
AANPLANT Zowel in een grote eetbare tuin als in voedselbossen zou je hier Europese vogelkers (Prunus Radus) moeten aanplanten. Ze passen hier in bosachtige gebieden en leveren best redelijk wat bessen. Niet alleen voor ons, maar ook voor vele vogels zijn deze belangrijk gezond voedsel. Naast de noodzakelijke bestrijding van de Amerikaanse vogelkers in bosgebieden, zou de aanplant van Europese vogelkers het natuurlijk evenwicht in de natuur kunnen bevorderen. En de plant blijft een goede waardplant voor insecten en vlinders. Van nature groeit Europese vogelkers op op vochthoudende zand- en leemgrond op open terrein en langs bosranden. Als “bosplantsoen” zijn de boompjes al voor 1,36 per stuk te koop. Daarmee krijg je toch in verhouding tot andere inlandse bomen snelgroeiende struiken of heesters ,die weinig of geen onderhoud vragen en gelijk je terrein goed afbakenen.
INHOUDSSTOFFEN Bast van Europese vogelkers: Amaygdaline, Looistoffen, hars en pruno-laurasine. Pas op: de bladeren, de pitten en in veel mindere mate de bloemen bevatten blauwzuur, een best giftige stof. De erg bittere smaak ervan verhindert normaliter gewone, overmatige consumptie ervan. MEDISCH Thee van bast werd gemengd met andere plantaardige stoffen gebruikt als tonikum en onvermengd bij hoofdpijn en hartproblemen. Ook gebruikt als verdovend middel. Zeer beperkt gebruiken en zeker niet zonder medisch voorschrift.
VOGELKERSGELEI of JAM
Voor deze gelei ook de vruchten met weinig kokend water overgieten. 10 minuten laten staan en daarna met een houten lepel door een zeef wrijven.
De massa in een pan doen en per ½ kilo vruchten moes er 300 tot 500 gram suiker en kook de massa ongeveer 10 minuten. Controleer dan of het voldoende geleert.
Sommigen voegen wat pectine toe aan de vogelkersjam, andere gebruiken er geleersuiker voor.
Luxe vogelkers jam maakt men door na het koken er 50 gram fijngehakte amandelen en een paar druppels bittere amandelessence toe te voegen en dan de jam te verpakken.
DE WALNOOT- OF OKKERBOOM is een oorspronkelijke soort, die al eeuwenlang in onze streken groeit. Ook andere soorten van dezelfde geslacht (JUGLANS) leveren eetbare vruchten op. Botanisch wordt de walnoot als een steenvrucht en niet als een noot beschouwd, terwijl iedereen bij de walnoten het over noten zal hebben. De vrucht wordt omgeven door een harde, tweedelige schaal, de dop. Die vrucht zit in een groene bolster, die tijdens het rijpen zal openbarsten. Soms gebeurt dit aan de boom maar vaker op de grond.De Latijnse naam betekent letterlijk “vreemde noot” of noot van Jupiter! De soort is afkomstig uit Zuidoost-Europa. Juglans-soorten zijn vrijwel overal op de wereld te vinden. De okkernoten hier zijn vooral door de Romeinen over Europa verspreid.
BOTANISCH
De Walnoot kan uitgroeien tot een prachtige boom van wel 30 meter hoog. Groeit goed in boomgaarden en andere beschermde plaatsen. De mannelijke katjes en de groene vrouwelijke bloemetjes bloeien aan dezelfde boom. Draagt in april en mei bloesem, voor of net nadat de bladknoppen uitkomen. De vruchten zijn glad en ongeveer tot 5 cm. doorsnede. De vruchten (walnoten) worden geoogst.
In de HEEMTUIN West Betuwe in Geldermalsen staan meerdere mooie oude walnoten.
De walnoot is een waardplant voor het VLIEGEND HERT.
De opbrengst aan noten is elk jaar anders. (Te) vroeg uitlopen in het voorjaar en ook erg natte periodes in het voorjaar hebben grote invloed op de oogst. Walnotenbomen leveren pas na 10 tot 15 jaar noten op. Uit de verse, groene noten wordt walnoten-olie geperst. De groene omhulsels van de noten bevat donker sap, dat voor houtverf gebruikt wordt. Het hout is mooi geaderd en gewild voor onder andere meubels.
AANPLANT: Door het planten van jonge bomen op ruime plekken, waar ook over 20 – 30 jaar nog voldoende zonlicht kan komen. Houdt van een rijke, diepe, kalkrijke bodem. Bijvoorbeeld een wat open plek in bosgebied. Geschikt voor zeer ruime tuinen en eetbossen met voldoende oppervlakte. Het blijft wel een investering voor lange termijn. Een goede, goed gewortelde boom van rond de 2.50 meter hoog zal rond de 25 euro gaan kosten. De boom heeft wel een jaar of drie nodig om na de aanplant goed te wortelen. Er zijn ook goed geënte variëteiten te koop.
NOTEN
Als de noten van de bomen vallen zijn ze rijp. Het is zaak de geoogste noten vervolgens snel te drogen. Als ze nog in de groene bolster zitten zet men er vaak een verfbrander op om die te drogen. Dan moet je dan om de vier tot vijf dagen herhalen. Heb je meer geduld, kan men ze ook in een net of jutezak in de buurt van een warmtebron hangen of een warme plek in de zon. De bolster wordt dan vanzelf zwart en is er dan gemakkelijk af te halen. De dop van de walnoten kan met een notenkraker of een houten hamer kapot worden geslagen. Ook door twee noten tegen elkaar aan te drukken barsten ze open.
De vliesjes moeten dan alleen nog verwijderd worden. De walnoot lijkt een beetje op de twee hersenhelften van een mens.
INHOUDSSTOFFEN
Vruchten bevatten Vitamine C en licht giftige glykoside ( maar vooral in de bolser van de vrucht). Door inwerking van drogen en lucht wordt dit gif chemisch omgezet en daarom zijn de noten eigenlijk niet giftig. Noten: 40 tot 60 % vette olie, lipide. Uit de noten geperste olie: Tricglyceride van Linol-, Linileen-,Myristine- en Laurine-zuur
EETBAAR
De groene bolster worden gebruikt om likeur te maken. Uit walnoten kan door koude persing mooie notenolie worden gewonnen, die alleen geschikt is voor koud gebruik (in de salade).
Walnoten kunnen in salades, brood, gebak, gerechten met vlees en wild gebruikt worden. Om zo te knabbelen zijn ze ook erg lekker.
Men zegt dat er niets onder een walnootboom groeit , maar dat blijkt niet waar te zijn. Maar door de glykoside die walnoot bevat zijn ze minder gevoelig voor insecten en bacteriën.
Dit is een klimplant, die heel oud kan worden, soms meer dan 15 m. lang. Inheems in sub-tropische landen zoals Griekenland en Zuid-Frankrijk. De bloemen zijn klein, groen en geurig en bloeien in het voorjaar, meestal rond mei al naar het gelang van het klimaat.
Er zijn heel veel druivensoorten geteeld, geschikt voor heel veel verschillende weersomstandigheden en groeiplekken. Vaak geschikt om slecht een soort wijn van te maken. Verder zijn er druivenrassen die geschikt zijn om als vers fruit te gebruiken. Of passend om te drogen of sap uit te persen.
De Druif, ook wel druivelaar of wijnstok genoemd is een winterharde klimplant die kan vertakken en waarvan de verschillende takken vele meters lang kunnen worden. De druif komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten. Druiven werden reeds in de oudheid gekweekt en verspreid over heel Europa en later over de hele wereld. De druif staat het liefst zo warm en zonnig mogelijk en heeft een voorkeur voor goed doorlatende ietwat vochtige grond.
De druif is een klimplant, die zich vasthecht met ranken die tegenover de bladeren staan. De bladeren zijn aan de bovenzijde glanzend donkergroen, onderaan lichtgroen, meestal onbehaard. De bladeren zijn eetbaar en worden onder meer gebruikt om dolma’s van te maken.
De bloemen zijn klein, geel-groenachtig en vallen niet erg op. De wilde wijnstok is een tweehuizige plant, de mannelijke en vrouwelijke bloemen ontstaan op verschillende planten, doch de gekweekte vormen zijn eenhuizig, bevatten zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen op dezelfde plant, waardoor zelfbestuiving kan optreden. Voor de vruchtzetting door middel van bestuiving is bezoek van bijen en andere insecten belangrijk.
Druiven kunnen het beste worden geleid voor een optimale oogst. Op muren en schuttingen kunt u het beste horizontale draden spannen. Gegalvaniseerd draad (ca drie mm dik) is uitstekend geschikt. Eventueel kan een constructie met latten ook goed dienst doen. Bedenk wel dat druivenstokken tientallen jaren productief kunnen zijn. Duurzaam materiaal verdient daarom de voorkeur. De onderlinge afstand tussen de draden moet ongeveer veertig tot vijftig cm bedragen. Aan de draden of regels – de leggers – worden de scheuten van de wijnstok gebonden. Je kunt druiven ook overeen pergola laten klimmen die je in de zomer van schaduw kan voorzien.
De vruchten, de druiven zijn vers goed te eten en echt lekker. Ze zijn in vele soorten kleuren te verkrijgen met en zonder pit. Daarnaast kan er sap van worden gemaakt en worden druiven ook gebruikt om jam van te maken. Daarnaast worden druiven gebruikt om wijn van te maken, een van meest populairealcoholische dranken, om er ook weer andere sterkere alcoholische dranken van te maken.
De schietwilg is een inheemse soort, die veel voorkomt.
Schiet-(knot-)wilg (Salix alba), lijkt op de katwilg (Salix Viminalis).
Zowel de schietwilg als de kat-wilg is een kleine boom (tot 10 meter). Groeit vooral op vochtige en lage gronden. De buigzame takken worden door mandenmakers gebruikt. In de winter worden de twijgen oranjegeel. De manlijke en vrouwelijke katjes groeien aan verschillende bomen en komen in april/mei uit. Wordt geknot.
In de HORTUS in Nijmegen staat Schietwilg langs de waterpartij, ook groeit daar boswilg en Duitse wilg. Ook in de Heemtuin van Geldermalsen staan Schietwilgen langsde over van de vertaking van de Linge in overvloed. Ze zouden daar alleen minder vaker geknot moeten worden. Een vast onderdeel van de natuurlijke folklore van ons land en vroeger noodzakelijk voor dijkbescherming en het vlechten van vele manden.
Naast voor het eerder genoemde mand- en mattenvlechtwerk met wilg kan er van schierwilg een goede kwaliteit houtskool worden gemaakt. Van een variëteit van de Salix Alba, genaamd Caerula worden cricketbats gemaakt. Dus in de Engelse traditie is deze boom onmisbaar.
Medisch gebruik van de (schiet-)wilg
Uit de bast van de wilg werd salicylzuur gewonnen. De oorspronkelijke bron voor aspirine. Het werkt als pijnstiller en verlaagt koorts. Diverse bast-extracten worden toegepast als gorgeldrank bij keelpijn, zuurbranden en maagproblemen, voedselvergiftiging, maar ook om pijn bij jicht te verlichten en zelfs likdoorns te verwijderen. Een thee getrokken van het blad helpt tegen nerveuze slapenloosheid, maar wordt ook aan badwater toegevoegd om pijn bij reuma en artritis te verzachten. De waterwilg (salix caprea) wordt op dezelfde manier gebruikt.
De grauwe wilg SALIX CINERA, is net zoals de schietwilg inheems en komt algemeen voor in België en Nederland.
De grauwe wilg is een kleine boom of struik, inheems in Europa. Komt voor op vochtige grond. Tot 10 meter hoog.
De laurier-wilg SALIX PENTANDRA is zeer zeldzaam nog in de Benelux te vinden, alhoewel het wel een oorspronkelijk inheemse soort in Noord-Europa is.
De Laurier-wilg is inheems in Centraal en Noord Europa. Ook in ons land langs waterkanten te vinden. Hoogte tot 20 meter. Katjes ontluikend eind april/begin mei: manlijke geel, tot 6 cm lang; de vrouwelijke groen, slanker en korter. Vruchtkatjes kunnen 10 cm lang worden, de katoenachtige zaden komen in juni vrij. Bladeren donker groen en glimmend.
Ook de kraakwilg SALIX FRAGILIS vindt men bijna niet meer; ook deze wilgensoort is inheems in ons land. Deze soort is ook goed te knotten.
De kraakwilg is inheems in Europa en West Siberië. Langs waterkanten. De twijgen knappen gemakkelijk af, vandaar de naam. Zo verspreidt de boom zich ook gemakkelijk. Tot 25 m. hoog. Katjes ontluikend in april: de manlijke geel tot 5cm. lang; de vrouwelijke groen, uitgroeiend tot de vruchtkatjes tot 10 cm., die het pluizige zaad in mei vrijlaten. Bladeren smal en ruw getand, eerst licht behaard later onbehaard en glanzend groen.
De Wilde Wingerd (Parthenocissus) is een plant die vaak wordt aangeplant om gevels te bedekken. Het kan de gevel prachtig bedekken, tot wel tien meter hoogte toe. En het beschermt daarbij echt het huis. Het metselwerk blijft droog en houdt door de begroeiing het huis op hete zomerdagen veel koeler. Het biedt gelijk een mooie schuilplek voor vogels, die erin ook vaak hun nest bouwen. De bloemen geven royaal nectar aan bijvoorbeeld bijen. En voor de nachtvlinder de Wingerdpijlstaart is het een waardplant. Deze nachtvlinder komt hier jammer genoeg alleen als trekvlinder vooral in de zomer voor. De blauwe rijpe bessen die voor ons giftig zijn, worden door vogels wel graag gegeten. Die zijn eind van de zomer rijp en diep blauw. De groene nectar en pollen rijke bloemen staan begin van de zomer in trosjes in bloei. De plant hoort onder de familie van de Wijnstokken.
AANPLANTEN
Van oktober tot maart in een goed diep plantgat met redelijk wat mest. Afstand tussen de planten zeker 10 meter, want de Wilde Wingerd groeit vrij snel ver uit. De plant heeft zuignapjes waarmee het zich aan de gevel hecht. Niet alle wingerd-varieteiten hebben vee zuignapjes voor de hechting aan de muur. Tegenwoordig worden vaak niet hechtende soorten aangeboden. Dan is het zinvol de muur van latten en hechtdraden te voorzien, waar men de wingerd stevig aan kan bevestigen.
Soorten met veel hechtwortels alleen aanplanten bij een gave gevel. Anders eerst voor het aanplanten de voegen van het metselwerk (laten) bijwerken. Vroeger was het probleem met metselwerk met kalkmortel veel ernstiger. Na de herfst deze planten zonodig terugsnoeien, waarbij men oude scheuten kan verwijderen en jonge scheuten kan inkorten. Zorg er altijd voor dat er voldoende afstand blijft tot de goten en de takken niet onder een pannendak gaan groeien.
De bijzondere herstbladeren kleuren op gevels die veel zon krijgen intenser en roder dan bij zonarme gevels. Zorg ervoor dat de planten in een droge zoemer niet uitdrogen. Zeker als uw huis grote bakgoten heeft, gebeurt dat sneller.
De uit Amerika afkomstige Parthenocissus Quinquefolia heeft grote vijfdelige diepgroene bladeren en geelgroene twijgen, maar heeft niet veel minder zugnapjes, dan de uit Azie afkomstige Parthenocissus Tricuspedata met grote glanzende driedelig blad met lichtrode uitlopers. Ook van de wingerd met driedelig blad zijn varieteiten sorten hechtvoetjes.
This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Lees verder
Ik ga akkoord met het gebruik van volgende cookies:
Noodzakelijke cookies helpen een website bruikbaar te maken door basisfuncties zoals Paginanavigatie en toegang tot beveiligde delen van de website in te schakelen. Zonder deze cookies kan de website niet goed functioneren.
Wij gebruiken geen cookies van dit type.
Marketing cookies worden gebruikt om bezoekers op verschillende websites te volgen. Het is de bedoeling om advertenties weer te geven die relevant en aantrekkelijk zijn voor de individuele gebruiker en daardoor waardevoller zijn voor uitgevers en externe adverteerders.
Wij gebruiken geen cookies van dit type.
Analytische cookies helpen website-eigenaren om te begrijpen hoe bezoekers omgaan met websites door informatie anoniem te verzamelen en te rapporteren.
Wij gebruiken geen cookies van dit type.
Voorkeurscookies stellen een website in staat om informatie te onthouden die de manier waarop de website zich gedraagt of uiterlijk verandert, zoals de taal van uw voorkeur of de regio waarin u zich bevindt.
Wij gebruiken geen cookies van dit type.
Niet-geclassificeerde cookies zijn cookies die we in het classificeren, samen met de aanbieders van individuele cookies.
Wij gebruiken geen cookies van dit type.
Cookies zijn kleine tekstbestanden die door websites kunnen worden gebruikt om de ervaring van een gebruiker efficiënter te maken. In de wet staat dat we cookies op uw apparaat kunnen opslaan als ze strikt noodzakelijk zijn voor de werking van deze site. Voor alle andere soorten cookies hebben wij uw toestemming nodig. Deze site maakt gebruik van verschillende soorten cookies. Sommige cookies worden geplaatst door diensten van derden die op onze pagina's worden weergegeven.