LAURIERKERS

Horend bij de rozenfamilie is een afwijkende plant uit deze familie die licht giftig is en daarbij niets eetbaar geeft.

Groeit snel uit tot een stevige struik

LAURIERKERS

Prunus Laurocerasus = laurierkers is een sterk groeiende struik. Kan stevig uitgroeien tot wel 5 meter. Het is een sterke, altijd groene plant met glanzend donkergroene, leerachtige bladeren. Doet het goed in schaduw, vooral op vochthoudende plekken. Bloeit in voor en najaar met roomwitte pluimen.

Bloem laurierkers wildeplanten.nl

Komt van oorsprong uit Zuid Oost Europa en Klein-Azië. Het vormt paars-zwarte bessen van 2 cm lang. Sinds de 16e eeuw wordt de plant hier gekweekt en gecultiveerd. Er zijn vele cultivars ( met verschillend blad) gekweekt.

Zowel de bessen als het blad zijn voor ons (licht)giftig, vanwege de blauwzuurverbindingen die deze bevatten. Eet men slechts enkele bessen, is het spoelen door veel water te drinken voldoende. Bij (kleine) kinderen of na het eten van vele kersen is het slim gelijk een dokter te bezoeken.

Laurierkers groeit hier ook in het wild. Kijk voor verdere informatie op : https://wilde-planten.nl/laurierkers.htm

LAURIER

NIET INHEEMSE SOORTEN

Andere bomen

* Laurier     Laurus Nobilis             laurier(fr)

De Laurier is een groenblijvende struik of boom, inheems in het Middellandse zee gebied. Bladeren veel gebruikt in de keuken. De Romeinen maakten er lauwerkransen van. Hoogte tot 12 a 18 meter.

De Laurier = Laurus Nobilis is een altijdgroene struik of boom uit de familie van de laurieren, die hier wel in de volle grond op een warme plek tot 6 meter hoog kan uitgroeien. Het is een plant met een strakke bast, sterk vertakt met glanzende, donkergroene bladeren. De onopvallende gele bloemen bloeien in mei en juni.  Er worden vervolgens eerst groene, later zwart wordende bessen gevormd met de grootte van een kers (1,2 cm). Laurier kan in veel omstandigheden groeien, maar is niet echt winterhard. Alhoewel er wel voldoende  winterharde soorten zijn, die hier op een warme plek geplant goed aanslaan. Het groeit van nature in Zuid-Europa, Noord-West Afrika en Zuid-West Azië. De manlijke en vrouwelijke bloemen verschijnen begin van de zomer op afzonderlijke bomen.

In de Romeinse tijd was de laurier al een belangrijke plant. De bladeren werden gebruikt om lauwerkransen te make voor zegevierende strijdheren en leiders, maar ook om belangrijke schrijvers en dichters te eren. Ze noemden de plant niet voor niets LAURUS NOBILIS, waarbij “Laudare” in het Latijn prijzen betekent.

Voor aanplant hier, kijk op : http://www.natuur-keuken.nl/eten/laurier-is-van-oudsher-een-nobele-struik/

INHOUDSSTOFFEN

Het blad bevat zeker 3% etherische olie( Lauri Aetheroleum) met Cineol als bestanddeel. Verder Sesquiterpenlactone als Costunolide, Eremantine en Dehydrocostuslactone en verder Aporphinebasen als Boldine, Koffiezuurderivaen, Flavonoides, Catechine en Procyanidine.

bessen van de laurier

De vruchten bevatten vergelijkbare stoffen en verder 26% vette olie.

GEBRUIK: zowel medisch als in onze keuken.

In de keuken kan men zowel verse als gedroogde bladeren gebruiken.

Alleen het blad wordt in de keuken gebruikt en geeft bij kneuzen een zoete, balsemachtige geur. In gerechten geeft laurier een iets bittere, aromatische smaak af, met iets van nootmuskaat, foelie en vanille. Daarom zien velen het meer als een specerij, dan als kruid. Men kan zowel het blad vers of gedroogd gebruiken. Men kan in recepten als men niet beschikt over laurierblad het eventueel vervangen door gedroogde bloemetjes van boerenwormkruid, maar ook dat hebben de meeste mensen ook niet altijd voor handen.

Zie voor recepten ook op: http://www.natuur-keuken.nl/eten/laurier-is-van-oudsher-een-nobele-struik/

Net als bij velen staat er bij ons een klein laurierboompje. Ook in vele Hortussen en kruidentuinen kan men grotere laurierbomen hier vinden, zo ook in de Hortus in Nijmegen.

Verwar de laurier niet met de tuinstruik laurierkers, die bij velen is aangeplant. Van deze plant zijn alle delen giftig.

Voor het zelf kweken van laurier en vele recepten met laurier, klikt dan door naar natuur-keuken.nl

MARETAK

dat wat alles geneest

Maretak is een boompje dat op een boom groeit

MARETAK

Mistletoe(eng)       Gui(fr)                  Ogham:

Geslacht  Viscum Album   Familie  Viscaceae 

Maretak vindt men meestal als groene bos op appelbomen of populieren.

Het is een halfparasiet met gaffelvormige stugge takjes rond een bloemtrosje, waaruit in de winter de witte bessen komen.

MARETAK

dat wat alles geneest

MARETAK

Mistletoe(eng)       Gui(fr)                  Ogham:

Geslacht  Viscum Album   Familie  Viscaceae 

Maretak vindt men meestal als groene bos op appelbomen of populieren.

Het is een halfparasiet met gaffelvormige stugge takjes rond een bloemtrosje, waaruit in de winter de witte bessen komen.

MARETAK   Botanisch 

Op bomen groeiende plant

Viscum Album

Halfparasiet op bomen. De bladeren maken bepaalde voedingsstoffen. Plaatselijk ten zuiden van de lijn Brussel-Maastricht vrij algemeen, vooral op populieren en appelbomen. Tot 50 cm. hoog.

Bloeitijd van maart tot mei. De witte bessen zijn tamelijk giftig. Toch eten onder andere lijsters ze. Bessen rijp vanaf november.

In Italië worden de bessen gebruikt als lijm, om vogels te vangen (vandaar ook de naam Vogellijm). Volksnaam is Mistletoe.

In Zuid Limburg werd vroeger bij de geboorte van een kind op een appelboom een maretak geënt,

als wens voor een goed leven.

Medisch gebruik

De bebladerde takken worden als hartversterkend middel gebruikt alhoewel ze in grote hoeveelheden zeker giftig zijn). Het verlaagt de bloeddruk, vertraagt de hartslag, verstekt de

vaatwanden, versterkt het afweersysteem en remt tumoren e.d.

Als gemmo-preparaat Viscum Album 1C worden de jonge knoppen van de maretak voorgeschreven bij: overgangsklachten, oorsuizingen en/of een te hoge bloeddruk.

Bij overgangsklachten goed te combineren met het gemmo-preparaat Sorbus Domestica 1D (de Peerlijsterbes, een al vroeg gekweekte versie van de lijsterbes met grotere -zo groot als een meikers- vaak peervormige bessen, die van rood naar bruin verkleuren).

Homeopathisch: Viscum Album wordt voorgeschreven bij: te hoge bloeddruk, aderverkalking, duizeligheid, St.Vitusdans, vallende ziekte, bronchiale astma, abnormaal sterke en langdurige menstruatie, abnormale bloedingen tussen de menstruaties in en bij ouderdomsverschijnselen.

In meerdere homeopathische complex middelen wordt Viscum Album toegepast. Deze middelen zijn ontwikkeld voor te hoge bloeddruk, hartproblemen en problemen bij de menstruatie en de overgang. 

DE MEIDOORN

blijf op jezelf, spirituele groei en oogst komt

DE MEIDOORN / DE  HAAGDOORN

Whitethorn(eng)         Aubépine(fr)               Geslacht  Crataegus   Familie  Rosaceae

DE MEIDOORN   BOTANISCH

De meidoorn (zowel de één- als tweestijlige) is een algemeen voorkomende inheemse houtachtige soort.

Rijpe meidoorn bessen

 Crataegus Monogyna = De éénstijlige meidoorn of haagdoorn is een bladverliezende struik of boom, gewoonlijk met scherpe doorns. Bladeren getand, vijf tot zevenlobbig. Bloemen tweeslachtig, gewoonlijk in trossen. Vruchten vleesachtig, elke vrucht met één pit. Tot 10,5 meter hoog. Vruchten rijp in september. Schors donderbruin en gebarsten in dunne rechthoekige plaatjes.

 Crataegus Laevigata = De tweestijlige meidoorn is kleiner dan de éénstijlige. Hoogte tot 4,5 – 6 meter. Draagt ook minder doornen. Bloemen ontluikend in mei. Vruchten ovaal, met 2 of 3 pitten. Bladeren minder gelobd dan bij de éénstijlige meidoorn.

Meidoorn in bloei

 Nuttig gebruik

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd jong meidoornblad als vervanger van thee en tabak gebruikt. De zaden als grondstof voor surrogaatkoffie. Het jonge blad is als kruid of salade in het voorjaar erg lekker. De bessen kunnen ook voor inmaak en drankbereiding ingezet worden. Medisch wordt alles van de meidoorn zowel vroeger als nu nog benut. Er is onderzoek voor de inzet van meidoorn ter bevordering van de bloedsomloop.

Kijk verder voor recepten en meer achtergronden op natuur-keuken.nl

De meidoorn is overal in ons land te vinden, ook in de Heemtuin in Geldermalsen , maar ook in de Hortus van Nijmegen.

Voor meer informatie over meidoorn in onze natuur, kijkt men op wilde-planten.nl. Over de eenstijlige meidoorn, klikt men hier en voor de tweestijlige, uiteraard hier.

BACTERIEVUUR is een ziekte waarbij gevoelige planten door een bacterie kunnen worden aangetast.

Gebruik hierbij plantmateriaal van een plaatselijke kweker, die bacterievuur vrij plantgoed kan leveren. In de buurt van fruittelers met peren- of appelbomen en andere soorten die gevoelig voor bacterievuur zijn, moet je een meidoornheg zeker elke winter goed klein snoeien. Zo zal daarin geen bacterievuur kunnen komen. In bepaalde streken mag men soms zelfs in de buurt van appel- en perenbomen geen meidoorn en andere bacterievuur gevoelige soorten aanplanten. Al is het inzicht hierover in de loop van de tijd best aan het veranderen. 

MISPEL een kleine boom of struik met typerende vruchten

MISTEL = Mespilus Germanica is een vrij grillige niet zo hoog uitgroeiende bladverliezende boom uit de familie van de rozen. Sommige struiken dragen doorns maar niet alle mispelstruiken. Het groeit in de Lage landen in het wild langs de oostgrens met Duitsland vanaf Twente, de Achterhoek en zuidelijker.  Ze worden pas na jaren 6 meter hoog.  Het blad is lang en lancetvormig. Echt groen van kleur en aan beide zijden verkreukeld en heeft witte haren aan de onderkant. De boom bloeit in mei, begin juni.

Bloem Mispel

De bloemen zijn groot, (geel-)wit met lange groene kelkblaadjes. De grote witte bloemen zijn erg opvallend en zeer gunstig voor bijen en insecten. De bestuiving gebeurt ook door insecten. Er zijn geen andere bomen nodig voor de bevruchting, dus een mispel kan ook als solitaire plant worden geplaatst. 

Na de bloei

De grote bruine vruchten, die op grote rozenbottels lijken met vijf kelkslippen aan de bovenkant blijven lang hangen. Pas in november of later in het winterseizoen moet men de vruchten gaan oogsten. Enkele nachten vorst is goed voor de vrucht. Laat de vruchten daarna op een koele of licht verwarmde plaats narijpen tot ze zacht, maar niet rot zijn. De schil van de vrucht is leerachtig. Als de vruchten rijp zijn, kan het bruine vruchtvlees uit de schil geschraapt worden. Net als de schil moet men ook de pit niet eten.

De mispel is oorspronkelijk niet inheems en komt uit Zuid West Azië. De boom is door de Romeinen over grote delen van Europa verspreid. Vooral doordat ze in kloostertuinen werden aangeplant, zijn de planten hier ingeburgerd.

Mispelstruiken werden aan de oostgrens met Duitsland waar de struik van nature groeit, vaak bewust gesnoeid dat men er wandelstokken van kon maken. Het hout is gedroogd erg taai en erg sterk.

Meer botanische informatie over Mispel op: https://wilde-planten.nl/mispel.htm

IN HORTUS NIJMEGEN

Als je vanuit de theetuin van de Hortus de beukenlaan oversteekt en het landschappen-deel binnenloopt, staan daar iets verder langs het pad een aantal mispelbomen.

MEDISCH

Mispel zijn vroeger gebruikt bij ingewandsstoornissen en bloedingen.

MISPEL half september

INHOUDSSTOFFEN

De bladeren van mispels bevatten Melavosid ( een glucose van een melavonzuurderivaat).

EETBAAR

Je kan de vruchten zo eten, maar men kan er ook net als appels jam van maken.             

Er werd vroeger veel cider en wijn van gemaakt.

Geoogste mispels

Eertijds werden de mispels gewoonlijk in oktober geplukt en liet men ze narijpen op stro. Maar pas daarbij op de vruchten mogen elkaar niet raken. De ruimte waar de mispels narijpen hoeft zelfs niet verwarmd te zijn en het mag er zelfs vriezen. Op ene koele plek kan het wel 2 maanden duren voordat de mispels vanzelf rijp worden.

Je kunt de rijpe vruchten eigenlijk simpelweg leegzuigen. Maar eet er rauw niet te veel van, want ze hebben echt een stoppende werking.

Recepten voor mispel en meer adviezen: http://www.natuur-keuken.nl/eten/mispel-hoe-rot-moeten-de-vruchten-eigenlijk-zijn/

MOERAS-CIPRES

MOERASCiPRES, EEN BIJZONDERE GAST IN DE HORTUS VAN NIJMEGEN.

Moerascipres (Hortus Nijmegen)

De moeras-cipres (Taxodium Distichum) is hier nu een exoot, die in de 17e eeuw naar Europa is meegenomen. Van nature groeit deze boom alleen in de brakke en zoetwatermoeressen in het zuid-oosten van de Verenigde Staten. In het stilstaande water van zijn leefgebied, zoals de beroemde Everglades is het zuurstof-gehalte in de moerassige bodem en het water beperkt. Om dat op te vangen maakt de moeras-cipres holle luchtwortels, die wel 2 meter hoog kunnen worden. In de Hortus van Nijmegen staan rond en in de plas, meerdere moeras-cipressen waar men vooral in de winter de luchtwortels erg goed kan zien.  Vooral in de herfst kleuren de naalden van deze hoog opgroeiende boom (maximaal 20 meter) spectaculair. Met de lariks is het een van de weinige naaldbomen die jaarlijks hun naalden verliezen. Pas laat in het voorjaar, soms zelfs pas in juni verschijnen na de winter de nieuwe dan frisgroene naalden De boom is hier wel winterhard. In april vormt de boom kleine groene bloemetjes en wat grotere mannelijk bloemen, die uitgroeien tot gele katjes. In de herfst vallen de naalden per takjes tegelijk af, de takken van de moeras-cipres zijn roodachtig, de stam van de boom is vezelig, licht bruin van kleur en de schors schilfert af.

Herfsttak met vruchten

De vruchten zijn eerst groen, verkleuren tot diep paarsbruin. Dan pas laten de schudden de zaden vallen.

Luchtwortels

Overigens is deze boom nu hier ingevoerd, terwijl in prehistorische tijden de boom hier gewoon groeide. In gesteenten worden sporen en zaden van deze plant regelmatig aangetroffen.

MEDISCH

Uit de vruchten wordt in Mexico en het Zuiden van de US een olie gewonnen, dat uitwendig wordt ingezet om zijn specifieke anti-bacteriële werking bv bij Zwarte schimmel. De schimmel Aspergillus Niger komt veel voor maar kan bedreigend zijn bij mensen met een ernstig verzwakt longsysteem. Verder heeft deze olie een cytotoxide werking waarbij het een giftige werkzaamheid geeft tegen bepaalde kankercellen. Ook tegen bepaalde virussen en bacteriën kan het gebruikt worden. Zeker geen medisch werking, die je thuis zou moeten gebruiken.

De BERK

 DE BERK  Botanisch

De zachte berk is een algemeen voorkomende, oorspronkelijk inheemse soort.

Betula Pubescens                                          

Deze berkensoort is inheems in Europa en Noordelijk Azië.

De zachte berk onderscheidt zich van de ruwe berk in de donkerdere schors en de donzige jonge scheuten. Hoogte tot 21 meter. 

De schors is wit, afschilfering in papierachtige lagen. Katjes gaan open in april, manlijke 3 cm. lang, vrouwelijke 1,2 – 2 cm. lang, rijpend tot vruchtkatjes van 2,5 – 3 cm. Bladeren met dons op de aderen aan de onderkant. De zachte berk is een vrij algemene boom in loof- en naaldbossen, op houtwallen, heide, in moerassen, hoogvenen en duinvalleien.

 Nuttig gebruik

Hout gebruikt voor cellulose en fineer. Bast wordt gebruikt als dakbedekking en uit de stam en bast kan een aromatische olie gewonnen worden ( ook gebruikt voor bereiding van leer).

DE BERK

De ruwe berk is een algemeen voorkomende, oorspronkelijke inheemse soort.

Betula Pendula                                                         

Ook deze berkensoort is inheems in Europa. Hoogte gewoonlijk tot 12 – 18 meter, maar soms veel groter. Katjes gaan open in maart/april. Ze rijpen tot hangende vruchtkatjes van 3cm, die in de late herfst en in de winter open breken. De schors is wit met dunne horizontale lijnen.

In Donk (N-Br) staat in de tuin van de Kapelstraat een ruwe berk van 30 m. hoog en een omvang van 3 meter.

 Nuttig gebruik

Het hout wordt gebruikt voor fineer. De bladeren geven zowel een groene als een gele kleurstof. De waterdichte bast levert een middel, nuttig om juchtleer geur en duurzaamheid te geven. Van het afgetapte sap wordt siroop, wijn, azijn en bier gemaakt. De twijgen worden gedestilleerd tot berkenolie.

 Medische gebruik

De bladeren hebben een anti-bacteriële werking; thee hiervan getrokken is vochtafdrijvend en wordt benut bij jicht, reuma, om blaas- en nierstenen op te lossen en het cholesterolgehalte te verlagen.

De schors- en knoppenolie worden in medicinale zeep, maar ook in haarwaters verwerkt.

PEER, WILDE

INHEEMSE SOORTEN

uitgestorven (oorspronkelijke variëteit)

wilde peer     PYRUS COMMUNIS

poirier(fr

De wilde peer is in de oorspronkelijke variëteit waarschijnlijk uitgestorven. De huidige wilde soort is een vermenging van geplante en wilde soorten. De peer kan behoorlijk oud worden, maar blijft altijd beperkt wat betreft hoogte (rond 12 m.) en omvang. Het hoogste exemplaar in Nederland van 16m. staat in Lemelerveld in Overijssel, in Nederweert staat een peer met een omvang van 263 cm.

Bloemen zijn wit en ontluiken in eind april/begin mei. De vruchten soms bijna rond, tot 10 cm. lang. Na rijping geelachtig met zoet vruchtvlees.

PEER, FRUITBOOM