LINDE

een zachte middagslaap in de zomer

DE LINDE Lime (eng)            Tilleul(fr)

Geslacht  Tilia  Familie  Tiliceae

Bladverliezende bomen met brede onregelmatig spitsgezaagd, spitsgetande bladeren, kleine geurige bloemen in bladschermen (schijntrossen) met een lang bladachtig schutblad op dezelfde steel.

Kleine ronde, gewoonlijk éénzadige vruchten. Bast glad, bij oude bomen vlak gegroefd. Tot ruim 30 meter hoog.



DE LINDE   BOTANISCH
De zomerlinde is een inheemse soort, waarvan de oorspronkelijke variëteit zeldzaam tot zeer zeldzaam is.
Grootbladige Linde      TILIA Plaruphyllos
De Linde is een bladverliezende boom met brede getande bladeren, kleine geurige bloemen en bijschermen, met een lang bladachtig schutblad op dezelfde steel, en kleine ronde éénzadige vruchten.
De grootbladige linde is inheems in Europa, de Kaukasus en Klein Azië. Veel aangeplant in Europa. Hoogte tot 41 meter. Bloemen (gelig) ontluikend tegen eind juni, elke bloem ongeveer 1,2 cm. lang. Vruchten donzig, ook ongeveer 1,2 cm, met 3-5 ruggen. Bladeren donker aan de bovenkant, vooral op de middennerf, de oksels van de nerven en de steel. Achterzijde bladeren licht-groen.
Schors donkergrijs met smalle barsten en ruggen.
 
In Nederland werd veelal de Hollandse Linde aangeplant.
Een bastaard tussen de Tilia Cordata en Tilia Platyphyllos ( Tilia x Europea ).
Hoogte tot 39 meter. Geurige bloemen verschijnen in begin juli. Een goed kenmerk ter onderscheiding zijn de loten gevormd aan de voet van de stam, die dichte bulten kunnen veroorzaken.
De bladeren op deze loten kunnen groot zijn.
Midden in het dorp Nuenen bij Eindhoven staat een zomerlinde met een omvang van 650 cm.
Deze is geplant tussen 1400 en 1600, dus zeker 400 jaar oud.
Op landgoed Beekvliet staat in Borculo (Gld) een grootbladige linde van 35 meter hoog.
 
De kleinbladige linde is een inheemse soort, waarvan de oorspronkelijke variëteit,
zeldzaam tot zeer zeldzaam is geworden.
Winter-linde       TILIA CORDATA
De Winterlinde of Kleinbladige Linde is inheems in Europa, de Kaukasus en Siberië.
Aangeplant in parken, tuinen en langs wegen. hoogte tot 30 m. Bloemen (geel) ongeveer 1,2 cm. doorsnede in begin juli. Gewoonlijk in gespreide bijschermen van 5 tot 10 cm. met een sterke zoete geur. Vruchten ongeveer 0,6 cm doorsnede. Bladeren kleiner dan bij de meeste andere lindesoorten, ongeveer 3,5 tot 7 cm. lang, van boven donkergroen en van onderen bleker, met bosjes roestkleurige dons in de oksels van de nerven aan de voet.
De schors is glad en grijs, bij oudere bomen donker grijs met grote barsten en schilfers.
Op het stuwwalgebied bij Oldenzaal in Twente vindt men nog oorspronkelijke winterlindes.
Grote bomen zijn van de winterlinde schaars:
bij het klooster van Ter Apel en in Twente onder de Lutte (omvang 560 cm).
Het hoogste exemplaar staat in Nederland in Haaren bij Kasteel Nemelaer ( 30 meter hoog).
 
Van een aantal boomsoorten, die ooit in Nederland vrij algemeen waren, treffen wij thans alleen nog maar relicten in houtwallen en boerenbosjes aan. Dit vooral in het oosten van het land.
Linde is daar één van. Hoe algemeen de linde ook is als snoeiboom voor de boerderij, als laanboom of als centrale boom op een dorpsplein, de inheemse linde is zeer zeldzaam geworden.
Er zijn twee soorten inheemse linde: de zomerlinde en de winterlinde.
Voor de bosbouw levert de linde thans weinig op, zodat de boom uit de bossen verdween.
Voor natuurbos is de linde zeer nuttig, omdat er veel diersoorten kunnen wonen.
Daarnaast verteert het blad vrij gemakkelijk, zodat onder linden allerlei soorten kruiden en planten groeien.
In Brabant en Zuid-Limburg vindt men nog een enkele monumentale zomerlinde: dorpsboom, laanboom of op een kenmerkende plaats, voorzien van een kruisbeeld. Op die manier is het oorspronkelijke genetische materiaal bij toeval bewaard gebleven.
Net over de grens bij Boertange staat de dikste (zomer-)linde van Europa op een stuk land dat vroeger bij kasteel van Heede hoorde, een boom met een stamomvang van 17 meter !!
 

Nuttig gebruik
Het zachte hout van de linde heeft thans zeer weinig handelswaarde, zodat de Linde geheel uit ons bos is verdwenen. Eeuwenlang was hij echter een onmisbare en waardevolle boom. Van de vezelrijke bast werden sandalen, matten en scheepstouw vervaardigd. Met de komst van hennep en vlas, die veel gemakkelijker te bewerken zijn, werd de linde hiervoor overbodig.
Takken en bladeren waren als voer van belang voor de overwintering van het vee.
Het blad werd vroeger ook als tabak gerookt.
Linde-hout is zeer geschikt voor houtsnijwerk en beelden.
Het schild van een ridder werd van lindehout gemaakt.
Voor zeer speciaal gebruik in verband met de typische eigenschappen van het hout is het voor onder andere tekenborden en pianotoetsen ook thans nog gewild.
Houtskool van lindehout is geschikt als tekengerei, voor medicinaal gebruik, maar ook voor de  bereiding van buskruit.
Ook wordt de houtskool gebruikt om voedsel te roken.
 
Linde-honing is nog steeds een gewild artikel; het wordt door velen als de lekkerste honing, die er bestaat, beschouwt. Lindebloesemhoning wordt gebruikt in likeur en geneesmiddelen.
Aftreksel van lindebloesem werkt algemeen rustgevend en verzachtend, speciaal voor de gevoelige en/of vette huid. Bij overdosering opwekkend.
Als kruiden-thee heeft het een koortswerend effect.



De linde is bij uitstek geschikt als laanboom.
Kunsthistorici hebben zich weleens laten verleiden tot de theorie dat de spitsbogige gothiek afgeleid zou zijn van de ongesnoeide lindelaan.
De linde laat zich gewillig snoeien en wordt als snoeiboom op velerlei wijze benut.
 



Medisch gebruik
Lindebloesem-thee is een klassiek middel na een te copieus maal. Het werkt tegen nerveuze spanning, slapeloosheid, en kinderen, die over hun toeren zijn. Het veroorzaakt zweten, waardoor het nuttig is bij verkoudheid, griep en hoofdpijn.


MOERBEI

Nu bestaan er zwarte en witte moerbei-bomen, die hier op een zonnige plek kunnen groeien. Alleen de witte moerbei heeft eigenlijk een meer sub-tropisch klimaat nodig dan de zwarte moerbei. De vruchten van de witte moerbei zijn wel eetbaar, maar zeker niet zo lekker als die van de zwarte moerbei. En de witte moerbei is vaak alleen geteeld, omdat die nuttig is daarop of met de takken ervan zijderupsen te telen.

Witte moerbei met zijde-rupsen.

De vruchten van de witte moerbei (Morus alba) zijn ook te eten, maar worden vaak minder lekker gevonden. De bomen kunnen veel groter uitgroeien dan de zwarte moerbei.

DE ZWARTE MOERBEI

Blad van de Zwarte Moerbei

Zwarte Moerbei = Morus Nigra hoort bij de moerbeifamilie. Is een niet hoog ( 4- 5 meter) uitgroeiende eenhuizige boom, waarbij kruisbestuiving niet nodig is. De geel-groene niet opvallende bloemen tooien de boom in mei-juni. De mannelijke bloemen staan in ronde katjes, die na de bloei afvallen. Het is een langzame groeier en pas na 6 tot 8 jaar gaat de boom in augustus -september moerbeien geven. Deze vruchten worden erg lekker gevonden, maar niet alleen door mensen. De bomen kunnen erg oud worden en dan jarenlang grote hoeveelheden vruchten geven.

Zwarte Moerbei in de herfst

In meerdere botanische tuinen en diverse Hortussen staan moerbei-bomen.

AANPLANT

Er zijn ook leibomen van (zwarte) moerbei te koop, ideaal langs een zonnige muur.  Plant moerbeien wel jong, want oudere moerbeibomen slaan moeizaam aan. En zorg dat je ze op vruchtbare, niet pure kleigrond plant. Zon blijft belangrijk en plant ze nooit bij een terras of op een plek waar je was wil drogen of je auto stalt. Want de rijpe zwarte vruchten geven erg moeizame vlekken.

Rijpe zwarte moerbei

DE VRUCHTEN

De moerbei-vruchten worden gebruikt om wijn en cosmetica te kleuren. De vruchten zijn vers erg lekker en ook geschikt om er bijvoorbeeld jam of wijn & likeur mee te maken.

Voor meer informatie en recepten: kijk op natuur-keuken.nl

NOTENBOOM

De Okkernoot of Walnootboom noemen we vaak gewoon Notenboom (Juglans Regia).

Het is een boom, die van oorsprong hier niet groeide. Deze boom groeiede van oorsprong in een groot gebeid van Oost Turkije tot China. En is in twee stappen over een groter gebied verspreid. Na de veroveringen van Alexander de Grote in de vierde eeyuw voor Christus naar Macedonie en Griekenland. Vervolgens door de Romeinen over grote delen van Europa.

Verdere informatie bij WALNOOT

AAK, SPAANSE

Ook vroeger vaak Veld Esdoorn genoemd

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

spaanse aak/veld-esdoorn  ACER CAMPESTRE

Spaanse Aak, tekening pul hoftijzer 2005

Esdoorns zijn winterkale bomen en struiken. Bladeren tegen-overstaand, gewoonlijk gelobd. Kenmerkende gevleugelde vruchten, tweedelige splitsvruchten, lijkend op de vruchten van de es (fraxinus) maar dan in paren.

De Spaanse Aak of Veld-Esdoorn is inheems in Europa. Vaak in heggen. In ons land gewoonlijk vaak als struik. Op kalkrijke grond als boom ( 4,5 – 9 meter, of hoger tot 25 meter). De stam is herkenbaar met kurkvorming.

Stam van de Spaanse Aak, foto www.wilde-planten,nl

Bloemen hermafrodiet, gegroepeerd in rechtopstaande bloeiwijzen van een stuk of tien. Ze verschijnen eind april/begin mei en ontwikkelen zich tot hangende vruchten.

De fris groene bladeren worden in de herfst goudgeel tot rood (te zien in de riverdalen in Zuid Limburg).

Kenmerkend voor de Spaanse Aak is een melkachtig, zoete sap, dat uitgezweet wordt door de bladeren.

www.wilde-planten.nl

In de collectie van enkele heemtuinen en bijzondere tuinen kan men ook de Spaanse Aak bewonderen. Zoals in het landschapstuk van de HORTUS in Nijmegen en de Heemtuin West Betuwe in Geldermalsen.

GEBRUIK

In heggen werd het snoeihout gebruikt als goed brandhout, maar het is ook geschikt hout voor houtdraaierij en houtsnijden. Er werden vooral muziekinstrumenten mee gemaakt, zoals fluiten en violen. Het hout is vrij sterk, een mooie tekening en de klank ervan is mooi. Het enige nadeel is dat het hout gevoelig is voor houtworm. De takken met kurkvorming die vast blijft zitten zijn erg geschikt om als zitstokken voor bijvoorbeeld kippen gebruikt te worden. Vroeger werd het jonge blad als voeding aan vee gegeven. Het afgevallen herfstblad verteerd snel en verbeterd de kwalitiet van de grond.

ERFGOED

Op meer plekken werden Spaanse Aken als heggen aangeplant. Zoals in de traditionele Zeeuwse hagen, die gelukkig nu weer worden aangeplant. Deze haag werd meestal aangeplant met 60% meidoorn en voor de rest in gelijke delen van 20% met sleedoorn en veld-esdoorn. Soms werden er ook nog andere soorten door gezet als Hondsroos en zelfs Liguster en Gelderse Roos. Dit geeft een goed functionerende veekering. Waarin gelijk dieren en vogels een goede leefplek mee krijgen en ook de aanwezigeheid van insecten met vlinders bevorderd worden. In de winterperiode werden de hagen gesnoeid en zonodig doorgevlochten en bijgeplant.

WAARDPLANT

De Spaanse Aak is een belangrijke nectarplant voor bijen. Voor de nachtvlinder de Hazelaaruil is de Spaanse Aak een waardplant. In de herfst doen trouwens vooral vinken zich te goed aan de vruchten van de Spaanse Aak.

EETBAAR

Net als bij de gewone esdoorn kan men van de Spaanse Aak in het voorjaar beperkt boomsap aftappen. Het bevat tot 6% suiker. Alleen is de opbrengst vrij gering en veel minder dan die van bijvoorbeeld Berken. In de droge stof uit dit boomsap zitten hoofdzakelijk suiker in de vorm van Sacchorose. Verder in kleine hoeveelheden 0,4% eiwit en 0,3% organische zuren. Het sap wordt gebruikt voor voorjaarsreinigings-kuren.

BIJZONDERHEID

Net als alle andere Esdoorn-soorten bevat De Spaanse Aak zeepstof. Deze gaat ontstekingen tegen. Daarnaast bevat de plant in mindere mate phenolverbindingen zoals Flavonoide. Spaanse Aak bevat geen Hypoglycine A, een stof die in verband met de giftigheid voor paarden bij Esdoorn wordt onderzocht. Alleen de Gewone Esdoorn en de Canadeese Veder-esdoorn bevatten deze giftige stof. Het eten van jong blad, maar zeker de vruchten en kiemen kan zelfs dodelijk voor paarden zijn.

Inlichtingen over het aftappen van boomsap, vindt men op natuur-keuken.nl

Meer weten over de Spaanse Aak, kijk dan op wilde-planten.nl

OLIJF

Bomen van elders

Olijf    Olea Europea Olive(eng)        Olive(fr)

De Olijf is een kleine groenblijvende boom uit het Middellandse zee-gebied en Klein-Azie. De witachtige trosjes bloemen bloeien in het voorjaar in het Middelllandse zee gebied, naar gelang het klimaat ter plaatse gewoonlijk in april of mei aan de talloze dunne takken. Bij ons kunnen olijfbomen ook bloeien , maar dan vaak later in het jaar, meestal pas tegen de zomer, soms zelfs pas in juni/juli.

Pas op: op het stuifmeel van olijven reageren vele mensen erg allergisch.

tekening paul hoftijzer

Een olijfboom kan goed tegen droogte en houdt erg van milde winters en warme zomers. Vorst is niet echt handig en de plant kan daarom hier beter als kuipplant gehouden worden. Toch zijn er ook olijfboom-varieteiten die goed tegen lage temperaturen kunnen. In de Cevennes in Midden Frankrijk kan het in de winter door de hoge ligging aan de rand van het Centraal Massive stevig vriezen en is behoorlijke sneeuwval normaal. Toch worden daar uitstekende olijven geteeld. Alleen de soorten die hier in kuipen worden aangeboden zijn meestal wel vorstgevoelig. En kunnen daarom als kuipplant in de winter beter binnen worden gezet om daar vorstvrij de wintertijd door te brengen.

Zodra de kans op nachtvorst voorbij is, tegenwoordig ergens begin mei moeten de olijfbomen wel naar buiten. Zeker omdat veel zon noodzakelijk is om te gaan bloeien. Er zijn zelfbestuivende olijfboom-soorten, maar de meeste olijven kennen mannelijke en vrouwelijke planten. Dus om olijven te krijgen zal je daarop moeten letten.

Toch kunnen we in dit land echt zelf wel olijven oogsten. Maar net als in het zuiden duurt het al minstens 5 jaar voordat de olijf zover gegroeid is. Na een lange hete zomer zullen die olijven ook redelijk aanrijpen en van geel/groen, via donker bruin uiteindelijk zelf soms volrijp en zwart of dieppaars worden. Olijven zijn rijp als je gemakkelijk aan de takken loslaten.

Alleen zijn de olijven als ze net geoogst verschrikkelijk bitter. Door ze in water te spoelen en in steeds ververst water te laten staan raken ze die bittere smaak kwijt. Vaak worden de olijven daarvoor ingesneden en het ontbitteren kan wel ruim een maand duren.

Daarna worden de olijven in een pekeloplossing in een donkere koele plek weggezet. Per liter water moet je daarvoor minstens 100 gram (zee)zout in kokend water oplossen. Als de oplossing afgekoeld is kunnen de uitgelekte olijven toegevoegd worden. In de pekle blijven olijven erg lang goed. Ze worden zo soms zelfs jaren bewaard.

Olijven in marinade met kruiden

Uit de pekel kan je de olijven zo gebruiken of eten, maar je kunt ze dan ook in een marinade van olie, azijn of citroensap en kruiden/specerijen voor nog meer smaak inleggen.

ABEEL, GRAUWE

Populier/Abeel

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

grauwe abeel Populus x Canescens

De grauwe of grijze Abeel is inheems in Europa. De boom kan 30 meter hoog worden. Bloemen ontluikend in maart, de manlijke rood en zijde-achtig grijs, de vrouwelijke groen-achtig en zijde-achtig, ongeveer 2,5 cm. De vruchtkatjes zijn ongeveer 10 cm. lang en laten de katoenachtige zaden in juni los. Bladeren eerst bedekt met witte dons. De bast is grijsachtig.

In het Weizigtpark in Dordrecht staat een exemplaar van ruim 35 meter.

PAARDENKASTANJE of Wilde Kastanje

Bomen van elders

Paardenkastanje (wit bloemige)  

Tekening paul hoftijzer

Aesculus Hippocastanum

White Chestnut(eng)    Marronnier(fr)d’Inde

De Kastanje is begin van de zeventiende eeuw in West Europa vanuit Noord Griekenland en Albanië gekomen. Uit de kleverige knoppen komen de bladeren en de kaarsvormige trossen witte bloesem. De paardenkastanje groeit uit tot zeer grote bomen tot 30 meter hoog. De vruchten hebben harde stekels, 6 cm. doorsnede. ze splijten in oktober open waarbij 1 of 2 kastanjes vrijkomen.

tekening paul hoftijzer

Rode Kastanje         Aesculus x Carnea Red Chestnut(eng)       Marron(fr)

De rode kastanje is minder robuust dan de gewone of witte kastanje. De boom kan 18 tot 25 meter hoog worden. De dieproze bloemen bloeien in pyramidevormige trossen aan het eind van mei of begin juni. Het is een bastaard-variëteit van de witte paardekastanje en de rode pavia. Vruchten met weinig of geen stekels, splijten in oktober open en laten 2 a 3 bruine noten vrij.

Rode paardenkastanje, tekening paul hoftijzer