MISPEL

HET WOORD

“Zo rot als een mispel” is een bekende uitdrukking, wanneer men wil zeggen dat iets totaal bedorven is. Maar eigenlijk zijn mispels als ze overrijp zijn pas erg vol van smaak en kunnen dan uitgelepeld worden om zo te eten of verwerkt worden tot gelei en zo.

MISPELS

Er zijn wel meerdere gedichten waarin een of meerdere mispels een rol spelen.

Het gedicht van Elma Van Haren ( geboren in 1954) spreekt me aan:

Het heden is een mispelachtig soort,
          grensgeval tussen fruit en groente.
Iets met een grote pit erin,
wat flauws en vlezigs, dat om zout
en peper vraagt, een beetje mayonaise.
Het lispelt overspeligheid en beter
          daar confituur van maken
          dan vers te consumeren,
want het vult de mond vervolgens
          met zijn zilte vergankelijkheid.
Het heden dat geslepen
een voortdurend
zachtblauw gebutste
          afdruk van het zelf gebiedt,
                 zodat je vanzelf gaat staan wuiven
                 met de felgekleurde wimpel
                                                        van het ‘ik’.

MOERAS-CIPRES

MOERASCiPRES, EEN BIJZONDERE GAST IN DE HORTUS VAN NIJMEGEN.

Moerascipres (Hortus Nijmegen)

De moeras-cipres (Taxodium Distichum) is hier nu een exoot, die in de 17e eeuw naar Europa is meegenomen. Van nature groeit deze boom alleen in de brakke en zoetwatermoeressen in het zuid-oosten van de Verenigde Staten. In het stilstaande water van zijn leefgebied, zoals de beroemde Everglades is het zuurstof-gehalte in de moerassige bodem en het water beperkt. Om dat op te vangen maakt de moeras-cipres holle luchtwortels, die wel 2 meter hoog kunnen worden. In de Hortus van Nijmegen staan rond en in de plas, meerdere moeras-cipressen waar men vooral in de winter de luchtwortels erg goed kan zien.  Vooral in de herfst kleuren de naalden van deze hoog opgroeiende boom (maximaal 20 meter) spectaculair. Met de lariks is het een van de weinige naaldbomen die jaarlijks hun naalden verliezen. Pas laat in het voorjaar, soms zelfs pas in juni verschijnen na de winter de nieuwe dan frisgroene naalden De boom is hier wel winterhard. In april vormt de boom kleine groene bloemetjes en wat grotere mannelijk bloemen, die uitgroeien tot gele katjes. In de herfst vallen de naalden per takjes tegelijk af, de takken van de moeras-cipres zijn roodachtig, de stam van de boom is vezelig, licht bruin van kleur en de schors schilfert af.

Herfsttak met vruchten

De vruchten zijn eerst groen, verkleuren tot diep paarsbruin. Dan pas laten de schudden de zaden vallen.

Luchtwortels

Overigens is deze boom nu hier ingevoerd, terwijl in prehistorische tijden de boom hier gewoon groeide. In gesteenten worden sporen en zaden van deze plant regelmatig aangetroffen.

MEDISCH

Uit de vruchten wordt in Mexico en het Zuiden van de US een olie gewonnen, dat uitwendig wordt ingezet om zijn specifieke anti-bacteriële werking bv bij Zwarte schimmel. De schimmel Aspergillus Niger komt veel voor maar kan bedreigend zijn bij mensen met een ernstig verzwakt longsysteem. Verder heeft deze olie een cytotoxide werking waarbij het een giftige werkzaamheid geeft tegen bepaalde kankercellen. Ook tegen bepaalde virussen en bacteriën kan het gebruikt worden. Zeker geen medisch werking, die je thuis zou moeten gebruiken.

De BERK

 DE BERK  Botanisch

De zachte berk is een algemeen voorkomende, oorspronkelijk inheemse soort.

Betula Pubescens                                          

Deze berkensoort is inheems in Europa en Noordelijk Azië.

De zachte berk onderscheidt zich van de ruwe berk in de donkerdere schors en de donzige jonge scheuten. Hoogte tot 21 meter. 

De schors is wit, afschilfering in papierachtige lagen. Katjes gaan open in april, manlijke 3 cm. lang, vrouwelijke 1,2 – 2 cm. lang, rijpend tot vruchtkatjes van 2,5 – 3 cm. Bladeren met dons op de aderen aan de onderkant. De zachte berk is een vrij algemene boom in loof- en naaldbossen, op houtwallen, heide, in moerassen, hoogvenen en duinvalleien.

 Nuttig gebruik

Hout gebruikt voor cellulose en fineer. Bast wordt gebruikt als dakbedekking en uit de stam en bast kan een aromatische olie gewonnen worden ( ook gebruikt voor bereiding van leer).

DE BERK

De ruwe berk is een algemeen voorkomende, oorspronkelijke inheemse soort.

Betula Pendula                                                         

Ook deze berkensoort is inheems in Europa. Hoogte gewoonlijk tot 12 – 18 meter, maar soms veel groter. Katjes gaan open in maart/april. Ze rijpen tot hangende vruchtkatjes van 3cm, die in de late herfst en in de winter open breken. De schors is wit met dunne horizontale lijnen.

In Donk (N-Br) staat in de tuin van de Kapelstraat een ruwe berk van 30 m. hoog en een omvang van 3 meter.

 Nuttig gebruik

Het hout wordt gebruikt voor fineer. De bladeren geven zowel een groene als een gele kleurstof. De waterdichte bast levert een middel, nuttig om juchtleer geur en duurzaamheid te geven. Van het afgetapte sap wordt siroop, wijn, azijn en bier gemaakt. De twijgen worden gedestilleerd tot berkenolie.

 Medische gebruik

De bladeren hebben een anti-bacteriële werking; thee hiervan getrokken is vochtafdrijvend en wordt benut bij jicht, reuma, om blaas- en nierstenen op te lossen en het cholesterolgehalte te verlagen.

De schors- en knoppenolie worden in medicinale zeep, maar ook in haarwaters verwerkt.

PEER, WILDE

INHEEMSE SOORTEN

uitgestorven (oorspronkelijke variëteit)

wilde peer     PYRUS COMMUNIS

poirier(fr

De wilde peer is in de oorspronkelijke variëteit waarschijnlijk uitgestorven. De huidige wilde soort is een vermenging van geplante en wilde soorten. De peer kan behoorlijk oud worden, maar blijft altijd beperkt wat betreft hoogte (rond 12 m.) en omvang. Het hoogste exemplaar in Nederland van 16m. staat in Lemelerveld in Overijssel, in Nederweert staat een peer met een omvang van 263 cm.

Bloemen zijn wit en ontluiken in eind april/begin mei. De vruchten soms bijna rond, tot 10 cm. lang. Na rijping geelachtig met zoet vruchtvlees.

PEER, FRUITBOOM

POPULIER, ZWARTE

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

zwarte populier      POPULUS NIGRA

Tekening paul hoftijzer

peuplier(fr)

De Zwarte Populier is inheems in Europa en West Azië. Er bestaan vele variëteiten, die bijna altijd goed hout leveren. Hoogte tot 30 m. bloemen ontluiken in maart, de manlijke rood en de vrouwelijke groenachtig, beide ongeveer 5 cm. Vruchtkatjes ongeveer 7,5 cm. lang, laten de witte katoenachtige zaden in juni los. Bladeren met voorwaarts gerichte tanden en afgeplatte stelen. Bij de echte zwarte populier zijn scheuten, bladstelen, hoofdnerven en bloemstelen niet behaard. Bij vele variëteiten wel.

De italiaanse populier is een manlijke kloon, door stekken vermeerderd afkomstig van een boom uit Lombardije in Italië uit begin van de 18e eeuw. De zuilvormige habitus is kenmerkend voor de italiaanse populier/populus nigra cv”Italica”. Vaak aangeplant op kerkhoven).

In Maastricht staat een Canadese populier ( populus x euramericana) van 35 meter hoog. Naast het schouwpad langs de wetering in Schalkhaar staat een zwarte populier van 39 meter.

De populier die nu ons landschap op vele plaatsen domineert is eigenlijk een laat achttiende-, negentiende-eeuws verschijnsel.

Door de kruising van de zwarte populier met de amerikaanse populier (de Canadapopulier) nam de verspreiding een hoge vlucht. De populier is tweehuizig. Bijna altijd worden alleen mannelijke bomen aangeplant ( de vrouwelijke geven veel zaad met wolachtige pluizen, die veelal als bijzonder hinderlijk worden ervaren, zeker als het als een soort sneeuw uit de bomen naar beneden valt).

In de beekdalen in Brabant heeft de Canadees bijna alle oorspronkelijke boomsoorten verdrongen. Het populierehout ervan is de grondstof voor klompen (wilg geeft een betere kwaliteit klompen). De vele klompenmakerijen hebben de aanplant in de negentiende eeuw sterk bevorderd. Dit temeer omdat de populier snel groeit en al binnen 30 jaar gerooid en verwerkt kan worden.

Lucifers worden ook van populierehout gemaakt, maar ook kisten, kratten, pallets, multiplex en houtwol. Het hout is daarnaast ook geschikt voor fijner werk als fineer, tekenborden, onderdelen van meubels en kleine huishoudelijke artikelen. Omdat het hout vrijwel reukloos is wordt het gebruikt voor wanden van silo’s e.d.

Italiaanse populier is altijd een mannelijke kloon.