MOERBEI

Nu bestaan er zwarte en witte moerbei-bomen, die hier op een zonnige plek kunnen groeien. Alleen de witte moerbei heeft eigenlijk een meer sub-tropisch klimaat nodig dan de zwarte moerbei. De vruchten van de witte moerbei zijn wel eetbaar, maar zeker niet zo lekker als die van de zwarte moerbei. En de witte moerbei is vaak alleen geteeld, omdat die nuttig is daarop of met de takken ervan zijderupsen te telen.

Witte moerbei met zijde-rupsen.

De vruchten van de witte moerbei (Morus alba) zijn ook te eten, maar worden vaak minder lekker gevonden. De bomen kunnen veel groter uitgroeien dan de zwarte moerbei.

DE ZWARTE MOERBEI

Blad van de Zwarte Moerbei

Zwarte Moerbei = Morus Nigra hoort bij de moerbeifamilie. Is een niet hoog ( 4- 5 meter) uitgroeiende eenhuizige boom, waarbij kruisbestuiving niet nodig is. De geel-groene niet opvallende bloemen tooien de boom in mei-juni. De mannelijke bloemen staan in ronde katjes, die na de bloei afvallen. Het is een langzame groeier en pas na 6 tot 8 jaar gaat de boom in augustus -september moerbeien geven. Deze vruchten worden erg lekker gevonden, maar niet alleen door mensen. De bomen kunnen erg oud worden en dan jarenlang grote hoeveelheden vruchten geven.

Zwarte Moerbei in de herfst

In meerdere botanische tuinen en diverse Hortussen staan moerbei-bomen.

AANPLANT

Er zijn ook leibomen van (zwarte) moerbei te koop, ideaal langs een zonnige muur.  Plant moerbeien wel jong, want oudere moerbeibomen slaan moeizaam aan. En zorg dat je ze op vruchtbare, niet pure kleigrond plant. Zon blijft belangrijk en plant ze nooit bij een terras of op een plek waar je was wil drogen of je auto stalt. Want de rijpe zwarte vruchten geven erg moeizame vlekken.

Rijpe zwarte moerbei

DE VRUCHTEN

De moerbei-vruchten worden gebruikt om wijn en cosmetica te kleuren. De vruchten zijn vers erg lekker en ook geschikt om er bijvoorbeeld jam of wijn & likeur mee te maken.

Voor meer informatie en recepten: kijk op natuur-keuken.nl

AAK, SPAANSE

Ook vroeger vaak Veld Esdoorn genoemd

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

spaanse aak/veld-esdoorn  ACER CAMPESTRE

Spaanse Aak, tekening pul hoftijzer 2005

Esdoorns zijn winterkale bomen en struiken. Bladeren tegen-overstaand, gewoonlijk gelobd. Kenmerkende gevleugelde vruchten, tweedelige splitsvruchten, lijkend op de vruchten van de es (fraxinus) maar dan in paren.

De Spaanse Aak of Veld-Esdoorn is inheems in Europa. Vaak in heggen. In ons land gewoonlijk vaak als struik. Op kalkrijke grond als boom ( 4,5 – 9 meter, of hoger tot 25 meter). De stam is herkenbaar met kurkvorming.

Stam van de Spaanse Aak, foto www.wilde-planten,nl

Bloemen hermafrodiet, gegroepeerd in rechtopstaande bloeiwijzen van een stuk of tien. Ze verschijnen eind april/begin mei en ontwikkelen zich tot hangende vruchten.

De fris groene bladeren worden in de herfst goudgeel tot rood (te zien in de riverdalen in Zuid Limburg).

Kenmerkend voor de Spaanse Aak is een melkachtig, zoete sap, dat uitgezweet wordt door de bladeren.

www.wilde-planten.nl

In de collectie van enkele heemtuinen en bijzondere tuinen kan men ook de Spaanse Aak bewonderen. Zoals in het landschapstuk van de HORTUS in Nijmegen en de Heemtuin West Betuwe in Geldermalsen.

GEBRUIK

In heggen werd het snoeihout gebruikt als goed brandhout, maar het is ook geschikt hout voor houtdraaierij en houtsnijden. Er werden vooral muziekinstrumenten mee gemaakt, zoals fluiten en violen. Het hout is vrij sterk, een mooie tekening en de klank ervan is mooi. Het enige nadeel is dat het hout gevoelig is voor houtworm. De takken met kurkvorming die vast blijft zitten zijn erg geschikt om als zitstokken voor bijvoorbeeld kippen gebruikt te worden. Vroeger werd het jonge blad als voeding aan vee gegeven. Het afgevallen herfstblad verteerd snel en verbeterd de kwalitiet van de grond.

ERFGOED

Op meer plekken werden Spaanse Aken als heggen aangeplant. Zoals in de traditionele Zeeuwse hagen, die gelukkig nu weer worden aangeplant. Deze haag werd meestal aangeplant met 60% meidoorn en voor de rest in gelijke delen van 20% met sleedoorn en veld-esdoorn. Soms werden er ook nog andere soorten door gezet als Hondsroos en zelfs Liguster en Gelderse Roos. Dit geeft een goed functionerende veekering. Waarin gelijk dieren en vogels een goede leefplek mee krijgen en ook de aanwezigeheid van insecten met vlinders bevorderd worden. In de winterperiode werden de hagen gesnoeid en zonodig doorgevlochten en bijgeplant.

WAARDPLANT

De Spaanse Aak is een belangrijke nectarplant voor bijen. Voor de nachtvlinder de Hazelaaruil is de Spaanse Aak een waardplant. In de herfst doen trouwens vooral vinken zich te goed aan de vruchten van de Spaanse Aak.

EETBAAR

Net als bij de gewone esdoorn kan men van de Spaanse Aak in het voorjaar beperkt boomsap aftappen. Het bevat tot 6% suiker. Alleen is de opbrengst vrij gering en veel minder dan die van bijvoorbeeld Berken. In de droge stof uit dit boomsap zitten hoofdzakelijk suiker in de vorm van Sacchorose. Verder in kleine hoeveelheden 0,4% eiwit en 0,3% organische zuren. Het sap wordt gebruikt voor voorjaarsreinigings-kuren.

BIJZONDERHEID

Net als alle andere Esdoorn-soorten bevat De Spaanse Aak zeepstof. Deze gaat ontstekingen tegen. Daarnaast bevat de plant in mindere mate phenolverbindingen zoals Flavonoide. Spaanse Aak bevat geen Hypoglycine A, een stof die in verband met de giftigheid voor paarden bij Esdoorn wordt onderzocht. Alleen de Gewone Esdoorn en de Canadeese Veder-esdoorn bevatten deze giftige stof. Het eten van jong blad, maar zeker de vruchten en kiemen kan zelfs dodelijk voor paarden zijn.

Inlichtingen over het aftappen van boomsap, vindt men op natuur-keuken.nl

Meer weten over de Spaanse Aak, kijk dan op wilde-planten.nl

OLIJF

Bomen van elders

Olijf    Olea Europea Olive(eng)        Olive(fr)

De Olijf is een kleine groenblijvende boom uit het Middellandse zee-gebied en Klein-Azie. De witachtige trosjes bloemen bloeien in het voorjaar in het Middelllandse zee gebied, naar gelang het klimaat ter plaatse gewoonlijk in april of mei aan de talloze dunne takken. Bij ons kunnen olijfbomen ook bloeien , maar dan vaak later in het jaar, meestal pas tegen de zomer, soms zelfs pas in juni/juli.

Pas op: op het stuifmeel van olijven reageren vele mensen erg allergisch.

tekening paul hoftijzer

Een olijfboom kan goed tegen droogte en houdt erg van milde winters en warme zomers. Vorst is niet echt handig en de plant kan daarom hier beter als kuipplant gehouden worden. Toch zijn er ook olijfboom-varieteiten die goed tegen lage temperaturen kunnen. In de Cevennes in Midden Frankrijk kan het in de winter door de hoge ligging aan de rand van het Centraal Massive stevig vriezen en is behoorlijke sneeuwval normaal. Toch worden daar uitstekende olijven geteeld. Alleen de soorten die hier in kuipen worden aangeboden zijn meestal wel vorstgevoelig. En kunnen daarom als kuipplant in de winter beter binnen worden gezet om daar vorstvrij de wintertijd door te brengen.

Zodra de kans op nachtvorst voorbij is, tegenwoordig ergens begin mei moeten de olijfbomen wel naar buiten. Zeker omdat veel zon noodzakelijk is om te gaan bloeien. Er zijn zelfbestuivende olijfboom-soorten, maar de meeste olijven kennen mannelijke en vrouwelijke planten. Dus om olijven te krijgen zal je daarop moeten letten.

Toch kunnen we in dit land echt zelf wel olijven oogsten. Maar net als in het zuiden duurt het al minstens 5 jaar voordat de olijf zover gegroeid is. Na een lange hete zomer zullen die olijven ook redelijk aanrijpen en van geel/groen, via donker bruin uiteindelijk zelf soms volrijp en zwart of dieppaars worden. Olijven zijn rijp als je gemakkelijk aan de takken loslaten.

Alleen zijn de olijven als ze net geoogst verschrikkelijk bitter. Door ze in water te spoelen en in steeds ververst water te laten staan raken ze die bittere smaak kwijt. Vaak worden de olijven daarvoor ingesneden en het ontbitteren kan wel ruim een maand duren.

Daarna worden de olijven in een pekeloplossing in een donkere koele plek weggezet. Per liter water moet je daarvoor minstens 100 gram (zee)zout in kokend water oplossen. Als de oplossing afgekoeld is kunnen de uitgelekte olijven toegevoegd worden. In de pekle blijven olijven erg lang goed. Ze worden zo soms zelfs jaren bewaard.

Olijven in marinade met kruiden

Uit de pekel kan je de olijven zo gebruiken of eten, maar je kunt ze dan ook in een marinade van olie, azijn of citroensap en kruiden/specerijen voor nog meer smaak inleggen.

ABEEL, GRAUWE

Populier/Abeel

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

grauwe abeel Populus x Canescens

De grauwe of grijze Abeel is inheems in Europa. De boom kan 30 meter hoog worden. Bloemen ontluikend in maart, de manlijke rood en zijde-achtig grijs, de vrouwelijke groen-achtig en zijde-achtig, ongeveer 2,5 cm. De vruchtkatjes zijn ongeveer 10 cm. lang en laten de katoenachtige zaden in juni los. Bladeren eerst bedekt met witte dons. De bast is grijsachtig.

In het Weizigtpark in Dordrecht staat een exemplaar van ruim 35 meter.

PAARDENKASTANJE of Wilde Kastanje

Bomen van elders

Paardenkastanje (wit bloemige)  

Tekening paul hoftijzer

Aesculus Hippocastanum

White Chestnut(eng)    Marronnier(fr)d’Inde

De Kastanje is begin van de zeventiende eeuw in West Europa vanuit Noord Griekenland en Albanië gekomen. Uit de kleverige knoppen komen de bladeren en de kaarsvormige trossen witte bloesem. De paardenkastanje groeit uit tot zeer grote bomen tot 30 meter hoog. De vruchten hebben harde stekels, 6 cm. doorsnede. ze splijten in oktober open waarbij 1 of 2 kastanjes vrijkomen.

tekening paul hoftijzer

Rode Kastanje         Aesculus x Carnea Red Chestnut(eng)       Marron(fr)

De rode kastanje is minder robuust dan de gewone of witte kastanje. De boom kan 18 tot 25 meter hoog worden. De dieproze bloemen bloeien in pyramidevormige trossen aan het eind van mei of begin juni. Het is een bastaard-variëteit van de witte paardekastanje en de rode pavia. Vruchten met weinig of geen stekels, splijten in oktober open en laten 2 a 3 bruine noten vrij.

Rode paardenkastanje, tekening paul hoftijzer

VIJG

Een niet inlandse boom, die het nu hier goed begint te doen.

Vroeger had men hier alleen gedroogde vijgen. Vijgenbomen zag men nooit gewoon in een tuin. Alleen bij rijkere, vaak adellijke buitenhuizen, trof men soms een vijgenboom aan als die over een kas daarvoor beschikten. Of ze hadden een vijg, maar palmboom of een sinaasappel in een grote pot of kist in de zomer op het terras staan, die dan in de koude periode naar de wintertuin verhuisden.

Toen we in Zuid-Frankrijk woonden hadden we zelf meerdere vijgenbomen in de tuin staan. Die zaten twee keer per jaar vol vijgen. En die in het najaar waren echt sappig en overheerlijk. Heerlijk om zo direct van de boom rijp op te eten. Die uit het voorjaar werden tot vijgenjam verwerkt. Daar hebben we zo de smaak van vijgen leren waarderen. Terug een Nederland kwam er ineens een vijgenboom op ons pad en die staat tegenwoordig naast een citroenboom met nu zelfs rijpe citroenen als het niet vriest op ons balkon. Het is nog maar een kleintje, dus vijgen hebben we nog niet gezien. En door deze ervaring snappen we het nut van een wintertuin: een zonnige, droge plek voor de winter-periode, waar het niet gaat vriezen. Want het is toch veel mooier om planten, die niet vorstvast zijn op die manier de koude te laten overleven.  Want ingepakt in noppenfolie gaat het ook, maar ik heb iets tegen in plastic verpakte planten. En maar weinig kennen de luxe van een verwarmde kas bij hun huis om daar een vijg in te planten.

Toch kan men in de Lage Landen goed vijgen buiten in je tuin kweken. Je moet alleen voor een goede standplaats zorgen en een geschikte (zelfbestuivende) soort vijg uitzoeken. Er zijn namelijk ook vijgenbomen die best tegen vorst kunnen.

VIJGENBOOM BOTANISCH

Vijg = Ficus carica is een boom of grote struik uit de moerbeifamilie. De plant bloeit meestal rond mei en de lekkerste vijgen oogst je in de herfst (september en oktober).

De gewone vijgenboom is inheems in Zuid-Europa en Noord-Afrika. In het Nederlandse klimaat wordt de vijg niet groot en blijft meer een brede struik. De vijg kan hier wel tot meer dan 5 meter uitroeien. De vijg houdt van een ietwat vochtige grond en staat graag op een beschutte warme en zonnige plaats. De bladeren zijn dik en leerachtig. Ze kunnen 30 x 25 cm groot worden. De bladeren hebben een hartvormige voet en zijn drie- tot vijflobbig. De vijgenboom heeft kleine bloemen. Ze zijn opgesloten in een bijna gesloten bloembodem die vlezig is. De mannelijke bloemen zitten vlak bij de opening.

De bevruchting van de vijgenboom geschiedt door symbiose met een galwesp, die zowel zichzelf als de vijg voortplant. De vijgenwesp komt in Nederland niet voor. De onbevruchte bloem kan hierdoor niet afrijpen en valt af. Om toch ook in ons gematigde klimaat eetbare vruchten te krijgen zijn er cultivars ontwikkeld die vruchten ontwikkelen zonder dat er een bevruchting aan te pas komt. Een voordeel van deze maagdelijke vruchtzetting is dat deze variëteiten vrij zijn van pitten.

De rijpe vruchten variëren van kleur en worden rond de 6 cm lang. Vijgen zijn vers goed te eten en heerlijk zoet. Ze zijn ook goed te drogen.

Behalve als je een plek binnen hebt waar een vijgenboom kan overwinteren, moet je hier een vijg niet in een pot planten. Want de kans op bevriezing in een pot is veel groter.

Jonge vijgen kan je het beste in het voorjaar planten, dan kunnen de boompjes rustig door het jaar heen wortelen. Plaats een vijg niet op een natte plek. Het beste is om de vijg wat verhoogd te planten. Extra water geven, zelfs in een droge zomer is eigenlijk niet nodig.

Snoeien hoef je bij een vijg eigenlijk nooit. Moet je het wel doen (bij voorkeur van november tot februari) plant de scheuten gewoon in een pot en zet die binnen warm. Snij dan het liefst stukken af met meerdere knopen van ongeveer 35 cm lengte. Meestal zullen ze uitlopen en heb je in het voorjaar een nieuw vijgenboompje, waar je vast iemand blij mee kunt maken.

Onze vijg op balkom

GESCHIKTE RASSEN:

De wintervaste soort Brown Turkey wordt hier regelmatig aangeboden, maar de smaak van de vijgen valt best tegen.

Voor een goede rassenlijst kijk op: https://www.vijg.nl/rassen/

Zoek voor hier een ras uit die goed wintervast is en smaakvolle vijgen geeft. De beschikbare ruimte bepaald de groeisnelheid die je bij voorkeur moet kiezen. Plant ze in ieder geval in het voorjaar in matig van compost voorziene grond. Het beste planten op een verhoging. Mulching helpt in de winter erg tegen bevriezing. Je kunt de onderzijde van een vijgenboom daarnaast ook in de winterperiode in stro verpakken.

Een struik van rond de zestig cm in pot van een voor ons klimaat geschikt ras kost rond de 12 euro.

Recepten en meer informatie over vijgen

GASPELDOORN

Stekelbrem/Gaspeldoorn

Andere bomen/struiken

Stekelbrem/Gaspeldoorn    ULEX EUROPEUS    Furze/Gorse(eng)    

S.G.(extra)                                           Ohn                 kleur: goudgeel

® Goed in verzamelen, een ekster.

BACH – (onzekerheid) wanhoop, verslagenheid, niet meer durven hopen op herstel, bij chronische problemen en ziekte.

Ulex Europeus. De gaspeldoorn is een stekelige, altijdgroene struik of heester. Vrij zeldzame doornstruik tot 2 m., voorkomend op ruige terreinen met veel gras, vooral heide- en heuvelgebieden.

Langs de hele Atlantische kust van Europa. De heldergele, amandelgeurige bloemen komen uit vanaf februari, al bloeien ze het meest overvloedig in april en mei. Bloeit soms al in december/januari.

HAAGBEUK

Haagbeuk

INHEEMSE SOORTEN

variëteit, zeldzaam tot zeer zeldzaam

haagbeuk           Carpinus Betulus    hornbeam(eng)

BACH 17- (onzekerheid) het ‘maandagmorgen gevoel’, talmen, uitstellen.

Carpinus Betulus. De haagbeuk is een soortgelijke boom als de beuk, hoewel veel kleiner (maximaal 19 m.). te vinden in bossen en kreupelhout. De hangende mannelijke en rechtopstaande vrouwelijke bloemen zijn groenbruin en openen zich in april/mei. De katjes blijven in de knop gedurende de winter en komen pas in het voorjaar te voorschijn. vruchten zijn kleine nootjes met grote opvallende bracteeën. De haagbeuk is inheems in Klein Azië

en Europa. Veel aangeplant als haag, park- en straat-boom. Het harde fijn-vezelige hout wordt gebruikt voor hamers, kegels en bepaalde beweegbare piano-onderdelen. De bladeren kleuren helder geel in de herfst. De schors is grijs met bruine strepen en met verticale schorslijsten.

In Utrecht in het Hooglandsepark staat een haagbeuk, geplant tussen 1750 en 1800, 25 meter hoog en met een omvang van 480 cm.

De haagbeuk is een belangrijke boom van de rijkere vochtige loofbossen. Hij groeit daar van nature samen met de zomereik, de winterlinde en de hazelaar. De mooiste haagbeukbossen komen vooral in zuid limburg en in de beekdalen in oostelijk Nederland voor.

Een van de meest wonderbaarlijke boomvormen is de geknotte haagbeuk. Om de boom tegen veevraat te beschermen wordt hij op 2 of 3 meter hoogte afgezet en gesnoeid. op den duur ontstaan zo grillige boomvormen, die in de avondschemering meer weg hebben van een vergadering spoken. Even over de grens bij Oldenzaal in Bentheim staan indrukwekkende knothaagbeuken. In de oerbossen van Neuenburg en Hasbruch vindt men er nog veel meer.

In Zuid limburg wordt de haagbeuk als perceelscheiding benut.

HEGGERANK

Heggerank is een algemene tweehuizige klimplant met een dikke, soms zeer grote knolvormige wortelstok. Stengels tot 4 meter lang.

De plant is giftig, maar wordt medicinaal gebruikt. De rode bessen zijn uiterst giftig ( slechts vijftien zijn al dodelijk voor een kind). rijp in augustus tot oktober.

HEGGERANK

HEGGERANK = Bryonia Dioica (Komkommerfamilie)

Heggerank is een algemene tweehuizige klimplant met een dikke, soms zeer grote knolvormige wortelstok. Stengels tot 4 meter lang.

De plant is giftig, maar wordt medicinaal gebruikt. De rode bessen zijn uiterst giftig ( slechts vijftien zijn al dodelijk voor een kind). Rijp in augustus tot oktober. De wortels, die bietachtig zijn, werden vroeger als sterk afdrijvend middel gebruikt. Overdosis geeft ademhalimgsproblemen tot dodelijke verlamming van de luchtwegen toe.