ROOS GELDERSE

De Gelderse Roos (Viburnum Opulus) is naaste familie van de Wollige Sneeuwbal. Het is een alochtone houtige plant, die veel hoger uitgroeid dan de Sneeuwbal.

De bloemen zijn kenmerkend ook wit en staan in schermen

Zie verder bij Gelderse ROOS

SERING

De Gewone Sering (Syringa Vulgaris) is een plant uit de olijffamilie, die al in de 16e eeuw hier als sierplant voor tuinen bij buitenhuizen en kastelen uit Zuid Oost Europa is ingevoerd.

Komt plaatselijk hier redelijk vaak voor, vooral in de duinstreek. Pas tussen 1950 en midden jaren zeventig van de vorige eeuw hier ingeburgerd

Het is een bladverliezende struik of boom tot wel 5 meter hoog. De sering bloeit in mei/juni op tweejarig hout in bloemtuilen die paarsachtig tot bijna wit kunnen zijn. Seringenbloemen ruiken erg lekker.

MEDISCH

De bloemen bevatten Syringine, bitterstoffen als Syringopicroside, Syringopicrine en Etherische olie als Farnesol

Het werd als tonikum gebruikt en bij koorts.

De seringenvlinder of seringen-steltmot gebruikt de sering als waardplant, maar ook de wilde liguster, de vlier, de kamperfoelie en de es zijn geschikte waardplanten voor deze vlinder.

Meer informatie op de site van wilde-planten.nl

GASPELDOORN

Stekelbrem/Gaspeldoorn    ULEX EUROPEUS    Furze/Gorse(eng)    

Goed in verzamelen, een ekster.

Ulex Europeus. De gaspeldoorn is een stekelige, altijdgroene struik of heester. Vrij zeldzame doornstruik tot 2 m., voorkomend op ruige terreinen met veel gras, vooral heide- en heuvelgebieden.

Langs de hele Atlantische kust van Europa. De heldergele, amandelgeurige bloemen komen uit vanaf februari, al bloeien ze het meest overvloedig in april en mei. Bloeit soms al in december/januari.

SLEEDOORN

Geen keuze, hoe vervelend ook, louterend.

Inheemse soorten Algemeen voorkomend

Sleedoorn    ( Prunus Spinosa) Blackthorn(eng)   is een algemeen voorkomende struik of boom uit de familie van de Rozen.

Sleedoorn, tekening paul hoftijzer

De Sleedoorn is een bladverliezende gedoornde struik of kleine boom. Inheems in Europa. Hoogte tot 6 m. Bloemen wit, maart/april, 1,2 cm. Vruchten van dezelfde grootte met een scherpe smaak. Bladeren klein met gepunte tanden. Twijgen met harde scherpe doorns.

Sleedoorn vormt stevige bosjes
sleedoorn-in-bloei

Net zoals alle prunussoorten hoort het bij de familie van de roosachtigen. Het is een echte insecten- en dan vooral bijentrekker. Geschikt om in de randzone van een grotere eettuin of een voedselbos te plaatsen. Ook als omheining kan men sleedoorn planten. De witte bloesem verschijnt voor het blad in maart/april en pas laat na de vorst kan men de bessen in november of december oogsten. Het zijn echt de zuurste pruimachtige vruchten die ik ken, maar jam en siroop ermee gemaakt smaakt overheerlijk.

sleedoorn-bessen

Het is een stijve, dichtbegroeide heester met lange doornen., die op termijn best hoog gaat uitgroeien. Bladeren: alternerend, ovaal.

Vruchten: kleine, ronde donkerblauwe bessen, licht bedauwd. De sleedoorn, ook bekend als sleepruim, is naar alle waarschijnlijkheid de voorouder van alle gekweekte pruimensoorten en is de wrangste en zuurste bes.

sleedoorn-bes

De beste tijd om ze te plukken is meteen na de eerste vorst, als de velletjes wat zachter zijn. Van de vruchten is een heldere gelei te maken. Ook zijn ze lekker in een pruimenbrandewijn. Door zijn stekels is het een goede plant voor een omheining, eventueel gecombineerd met meidoorn.

De sleedoorn is de waardplant voor de Sleedoornpage.

MEDISCH

Bloemen bevatten sporen van amygdaline, benzaldehyde, kamferolie, cumarine en quercetinglykoside. De Bessen: suiker, vitamine C, vruchtenzuren, pectine, kleurstoffen, amygdaline en tannine. (amygdaline is een stof die kanker voorkomt en bestrijdt. Er wordt op dit moment veel onderzoek naar gedaan!)

Voor thuisgebruik en verwerking van de vruchten kijk men voor recepten op natuur-keuken.nl

Wil men meer weten over sleedoorn in onze vrije natuur, kijkt men op wilde-planten.nl

SNEEUW-BES

Sneeuw-bes (Symphoricarpus Albus) is een niet inheemse struik, die hier en daar verwilderd in ons land groeit.

Deze struik is vanwege de witte bessen, die in de winter aan de dan kale takken blijven zitten, regelmatig als stinsenplant aangeplant. De plant wordt maximaal 1,5 m. hoog en is afkomstig uit Noord Amerika en groeit hier op bijna alle gronden. Maar van nature groeit het op vochtige, voedselrijke grond in loofbossen. Door zijn groei verdringt het onderbegroeiing, dit is een van de redenen dat de plant vaak op landgoederen onder bomen en als randbegroeiing wordt toegepast. De plant vraagt daarbij weinig onderhoud, slechts een snoei in de winter.

In de Hortus van NIJMEGEN staat een kruising van de Sneeuwbes, waarschijnlijk omdat de plant wel vaak als stinsenplant is gebruikt. Of spontaan door een vrucht-etende vogel hier verspreid is, zoals Jan Janssen suggereerde. Wel zou ik deze kruising, die begin 20e eeuw uit Frankrijk stamt met lichtroodkleurige bessen(Symphoricarpus x Chenaultii = koraalbes) zelf in ons land in een beplanting nooit opnemen, juist omdat deze plant net als de gewone Sneeuwbes een natuurlijke onderbegroeiing tegenwerkt.

SNEEUWBES bloem in aar en de kenmerkende bessen

Het is een hommel- en bijenplant, waar deze insecten voedsel kunnen vinden. De plant bloeit met roze bloemen in een aar in juli/augustus. Het hoort bij de familie van de Kamperfoelie-achtige planten. De bessen zijn giftig, omdat ze saponinen bevatten.

SNEEUW-BAL WOLLIGE

De Wollige Sneeuwbal (Viburnum Lantana) is een oorspronkelijke struik van hier, die uit dezelfde familie komt als de Gelderse Roos, de Muskuskruidfamilie.

Het zijn best mooie heesters, die het vooral goed doen op humusrijke grond. De meestal vlakke witte bloemschermen ruiken erg lekker. De wollige sneeuwbal groeit aan de rand van bossen, in struwelen en in heggen, vooral op kalkhoudende grond. En kan wel 6 meter hoog worden.

De bladeren en eivormig en licht gerimpeld. De bloemen verschijnen mei-juni in vlakke schermen of tuilen van 6 tot 10 cm. groot. Ze ruiken naar vanille. De Wollige sneeuwbal vormt bessen in een soort trosje die eerst groen zijn en via rood uiteindelijk bijna zwart worden.

De wollige sneeuwbal is een waardplant voor verschillende micro-vlinders zoals sneeuwbalvouwmot, heksenmutskokermot en zuiderlijkerboogbladroller. Insecten bezoeken de plant als de bloemen bloeien. Vaak bloeit de wollige sneeuwbal in oktober nogmaals. Vogels eten de bessen , maar net als bij de Gelderse Roos uit dezelfde familie pas laat in het jaar, als alle andere bessen al opgegeten zijn.

Meer informatie over dit houtig gewas op wilde-planten.nl

MEDISCH

De plant bevat alpha en beta Amyrine, Oleanol- en Ursolzuur, Catechine, Epicatechine, 0,3 % etherische olie, Viburnine en Hars met diverse vetzuren.

Het werd medisch ingezet bij dreigende afdrijving, valse weeen, pijnlijke menstruatie en andere problemen bij de voorplantingsorganen. Dus nooit zonder arts gebruiken.

SPAR god dichtbij

Het was een van die mooie dagen, waarop de zonnewarmte tot diep in je kan doordringen.

Wij deden ons tegoed aan bramen, frambozen en bosbessen. Zo liepen wij verder van struik tot struik. Verzamelend genietend in de natuurlijke overvloed van moeder natuur. Het bosje met sparrenbomen wandelden wij eerst voorbij.

Zonder ze echt op te merken. Ineens voelden wij iets aan ons trekken. Duidelijk werden wij teruggeroepen. Ieder van ons ging terug en nestelde zich aan de voet van enorme bomen. De sparren staken wel meer dan een gewone boomlengte boven alle andere bomen uit. Zelfs boven de toch al zeer grote beuken en eiken van meer dan 150 jaar oud.

Met mijn rug tegen mijn boom, voelde ik mijn voeten diep moeder aarde ingetrokken worden. Mijn kruin (-chakra) schoot open naar de top van deze immense spar, in een open contact met het onnoembare. Het goddelijke dat alles verbindt en wat op alles op aarde te vinden is.

Deze directe lijn tussen moeder en vader liet mijn zweven tussen de drie werelden van bestaan. En tegelijkertijd bond het alles samen in een proces van komen, gaan en weer komen. Ik voelde mij met alles verbonden en zag ( of herinnerde mij) een deel van mijn pad in dit leven, als mens, als ouder, als elder zo je wilt.

Hoe lang wij bij deze bomen hebben gezeten, weten wij niet meer. Het voelde als een paar minuten. De schaduwen van de zon waren echter veel langer geworden, dus het zal zeker wel meer dan een uur zijn geweest.

Onze wandeling ging verder en weer was er een overvloed aan frambozen en bramen. In de sporen van de zon maakten wij onze rondwandeling af. De momenten van gloed en warmte liet de zon als cadeau voor ons achter.     

SPAR in diverse varieteiten & soorten kwam hier oorspronkelijk niet voor

hoge inzichten en een weidse blik

DE SPAR

De spar is een oorspronkelijk hier niet inheemse naaldboom van de Familie  Pinaceae

Groenblijvende naaldbomen. Loof naaldachtig, lang en slank, in bundels van twee tot vijf, zelden alleenstaand of meer dan vijf, die dan bij samendrukking een smalle cilinder vormen, waarvan ieder blad een sector vormt. Manlijke en vrouwelijke bloemen gescheiden aan dezelfde boom; de manlijke gegroepeerd aan de basis van nieuwe scheuten, de vrouwelijke aan de top. Vruchten in de vorm van houtige kegels, die gewoonlijk in twee jaar rijpen.

Alleen de Grove Den uit deze bomenfamilie is hier inheems. Samen met de Taxus en Jeneverbes zijn dat de enige inheemse naaldbomen in de Lage Landen.

Diverse soorten Sparren zijn hier al zeer lang van elders aangeplant. Waarbij sommige soorten zelfs in de tijd zijn ingeburgerd.

De ZILVERSPAR Silver Fir(eng)         sapin(fr)

Geslacht  Abies  Familie  Pinaceae

Groenblijvende coniferen met enkelvoudige naalden en bloemen van beide geslachten aan dezelfde boom. De bovenste takken dragen de stevige cilindervormige kegels, die uiteenvallen als ze rijp zijn. Ook worden ze wel opengebroken door eekhoorns, die op zoek zijn naar de zaden. Hierbij blijft de centrale spil van de vrucht op de bomen.

De ZILVERSPAR (Abies Alba) is een boom, die pas laat over de noordelijke landen van Europa verspreid is. Maar groeit van nature wel in de rest van Europa. De naaldboom bereikt een hoogte van 45 meter en heeft dan een omtrek van rond de 5 meter. Manlijke bloemen gegroepeerd onder de scheuten van vorig jaar. Geeft veel stuifmeel in april. De vrouwelijke bloemen, eerst groen, ontwikkelen zich tot kegels van 12 x 3 cm Als ze rijp zijn worden ze roodbruin, met naar beneden gebogen bracteeën. Naalden hebben een witte streek op de rugzijde. De schors is donker grijsachtig en bij oude bomen in kleine vierkantjes gebarsten. De kegels worden regelmatig opengebroken door eekhoorns op zoek naar zaad. De opengebroken en leeg gegeten resten vindt men vaak aan de voet van de bomen.

De zilverspar levert vurenhout en wordt net als de blauwspar ( uit Noord Amerika) en de Nordmann-spar als kerstboom geteeld.

Medisch

De knoppen en naalden van de zilverspar worden gebruikt om de slijmoplossende en ontsmettende zilversparolie te maken. Deze olie wordt gebruikt in astma-inhalers en in diverse hoestdranken. Net zoals de olie van de grove den wordt het gebruikt in vele toiletartikelen en voor de geur.

DOUGLAS-SPAR

Douglasspar – Pseudotsuga menziesii is rond 1826 door de Schotse Botanicus David Douglas in Schotland voor het eerst in Europa geintroduceerd. Hij heeft de boom uit zaad laten opkweken. De boom is massaal in Europa vooral als mijnhout aangeplant en komt thans in het wild gewoon voor. Ingeburgerd in het Oostelijk deel van Nederland rond 1975 – 1999.

Meer weten over de Douslas-spar , kijk dan op wilde-planten.nl

NORDMANN-SPAR

De Kaukasische ZILVERSPAR (Abies Nordmanniana), Nordmannspar of Krimspar is in 1838 door de Finse bioloog Alexander von Nordmann (1803-1866) in West-Europa geïntroduceerd.